Bij Specifieke Doelstelling (SD) A1 staan ‘grensoverschrijdend complementair’ en ‘grensoverschrijdende aantrekkingskracht’ als sleutelwoorden. Wat wordt hiermee bedoeld?
Moet het aantrekkelijk zijn voor partijen langs de andere kant van de grens?
Inderdaad, de onderzoeksinfrastructuur moet ook aantrekkelijk zijn voor/ en zal gebruikt worden door bedrijven of onderzoeksinstellingen aan de andere kant van de grens. Het zou kunnen worden aangetoond door:
- allereerst het gegeven dat die infrastructuur niet al bestaat aan de andere kant van de grens (of tenminste niet zo nabij als de nieuwe infrastructuur)
- verder het gegeven dat er vraag naar is/lijkt (kan worden aangetoond op tal van manieren, met cijfers voor wat betreft het aantal bedrijven die actief zijn in de niche waar de infrastructuur op inspeelt, eventueel met verklaringen van die bedrijven, of gewoon door tekst die dat logisch/aannemelijk maakt
- door betrokkenheid (bij de invulling van de onderzoeksfaciliteit, dus het bepalen van welke machines er allemaal moeten komen) van een klankbordgroep, met bedrijven van beide kanten van de grens