CrossRoads breidt uit: nieuwe projecten en groeiende samenwerkingen aan de grens

Met twee nieuwe Interreg-projecten is CrossRoads Vlaanderen-Nederland een succesformat geworden dat kopieën krijgt aan andere grensregio’s: een over de Vlaams-Nederlands-Duitse grens en een over de Belgisch-Franse grens. Het doel is telkens om kleine en middelgrote bedrijven te stimuleren over de landsgrenzen heen samen te werken rond maatschappelijke uitdagingen, zoals duurzaamheid, energie, zorg en industrie 4.0. Om te ontdekken wat CrossRoads zo bijzonder maakt, spraken we met drie experten ter zake: Yves Ozog, Luc Debougnoux en Diederik Blaton. 

Alle drie zijn VLAIO bedrijfsadviseur. Yves Ozog werkt als projectpartner mee aan CrossRoads Vlaanderen-Nederland, Diederik Blaton is het aanspreekpunt voor het project CrossRoads France-Wallonie-Vlaanderen en Luc Debougnoux trekt het STIPP project (regio Maas-Rijn).

Interreg | 22/10/2024

Cross Roads Team

 

CrossRoads Vlaanderen-Nederland draait al meerdere programmaperiodes. Waar heeft het project zijn succes aan te danken?

Yves: “CrossRoads was enerzijds projectmatig een succes en anderzijds voor de deelnemende bedrijven – en bij uitbreiding de hele grensregio. Als project waren er vooraf enkele doelen gedefinieerd die we telkens overtroffen. We slaagden erin om ruim 250 bedrijven te betrekken bij de voorbije regelingen, waar finaal zo’n 12,5 miljoen euro EFRO steun terechtkwam.”

“Een impactstudie van de Universiteit Hasselt toonde de maatschappelijk en economische relevantie van het project aan. Daaruit bleek dat elke euro EFRO steun die we investeren in de projecten, zich na afloop tien tot vijftien keer terugverdient in de vorm van tewerkstelling of bijkomende R&D-investeringen. Daar komt nog bij dat veel bedrijven na afloop van het project actief verder blijven samenwerken. Dat geldt voor ongeveer 60% van de projecten.”

“Tot slot zie je dat er een hele grote vraag is naar CrossRoads. Veel bedrijven hebben interesse omwille van de marktopportuniteiten die aan de andere kant van de grens ontstaan en de kennis en expertise die daar ligt. Dat maakt het makkelijker voor ons om kwaliteitsvolle projecten te werven en te selecteren voor subsidie.”

Is dat waarom Interreg France-Wallonië-Vlaanderen en Interreg Maas-Rijn het concept overnamen?

Diederik: “Bij Interreg France-Wallonië-Vlaanderen zagen ze wat dit project deed voor bedrijven en de grensregio Vlaanderen-Nederland. Toen kwam de vraag of we niet hetzelfde konden doen voor Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen. Het is in feite dus een voortzetting van het succes met Nederland, maar dan aan een andere Belgische grensregio.”

Yves: “Je merkt ook dat Interregprogramma’s steeds meer de nadruk leggen op het betrekken van kmo’s. Het vehicle en de expertise van het CrossRoads consortium is dan een dankbaar gegeven om die betrokkenheid te realiseren. Via onze projecten bereiken we een groot percentage van de kmo’s waar Interregprogramma’s in geïnteresseerd zijn. Interreg Vlaanderen-Nederland heeft ons in het verleden de kans gegeven om dat te bewijzen. We krijgen nu ook de kans om dat binnen het Interregprogramma France-Wallonië-Vlaanderen te doen en binnenkort ook Interreg Maas-Rijn.”

Luc: "Het Interreg Maas-Rijn project gaat in november van start en zal aantonen dat KMO’s in de 5 gebieden, die hun “kennis willen delen” ook hun “succes vermenigvuldigen”. Dit hebben voormalige CrossRoads programma’s reeds meerdere keren aangetoond. Hierbij was een succesfactor van 10 niet ongewoon!"

Interreg Vlaanderen-Nederland, Interreg France-Wallonië-Vlaanderen en Interreg Maas-Rijn zijn natuurlijk andere programma’s. Zien jullie nieuwe uitdagingen in het opzetten van CrossRoads aan de grens met Frankrijk?

Diederik: “Zoals bij elk nieuw project zal het wellicht even duren voordat het bij de bedrijven op de radar komt maar ik heb er alle vertrouwen in dat dit goed komt. We hebben bovendien een goed precedent om de toegevoegde waarde te tonen.”

“De gemeenschappelijke taal maakt het makkelijker om tussen Franse en Waalse bedrijven te connecteren. Hierin zal zeker een uitdaging liggen om de Vlaamse kmo’s ook te betrekken in deze consortia. Dankzij de samenwerking met de lokale partners (POM West & Oost-Vlaanderen voor FWVL en POM Limburg voor Maas-Rijn), garanderen we alvast een optimale outreach naar de kmo’s uit de betrokken Vlaamse provincies.”

“Bovendien merkte ik tijdens de kick-off dat andere partners echt uitkijken naar de samenwerkingen. De partners in Grand Est geloven bijvoorbeeld dat de drive en de spirit bij de kmo’s in Vlaanderen overeenstemt met die van kmo’s in hun regio. Zij zien CrossRoads als een succesformule om met Vlaamse kmo’s in contact te komen en samen te werken. Er zijn dus zeker obstakels, maar die kunnen we overwinnen door de drijfveer om samen te werken.”

“Bedrijven die vlak aan de grens liggen, kijken trouwens vaak al actief over de grens. Vlaamse bedrijven aan de Franse grens hebben al een nauwe samenwerking met Franse bedrijven. Het is eerder nog een drempel voor bedrijven die verder van de grens liggen. Het is onze taak om die belemmeringen weg te werken. Dat is ook in lijn met het doel van de Europese Unie: een Europese markt zonder grenzen en niet meer in silo’s werken.”

Luc: “Nog een laatste uitdaging die ik zie is het aantal partners. Bij Vlaanderen-Nederland heb je maar twee partnerregio’s met het voordeel dat iedereen dezelfde taal spreekt en dat je – ook mede dankzij die gedeelde taal - een gemeenschappelijke cultuur hebt. Bij FWVL zijn er drie partnerregio’s en twee verschillende talen en bij Maas-Rijn tot vijf regio’s en drie verschillende talen en culturen. Dan moet je al goed nadenken over de ontvankelijkheidscriteria van de projecten. Voor het Interreg Maas-Rijn project met een project met minimaal 2 partners uit 2 verschillende Euregio gebieden komen en worden de dossiers in het Engels opgezet. Voor zowel FWVL als Maas-Rijn zie je dat er in de voorbereiding al bijkomende aandacht naar uit is gegaan en waarschijnlijk zal dat tijdens de uitvoering van de projecten gaandeweg ook nog wel aangepast worden.”

De toegevoegde waarde is dus niet alleen economisch, maar je draagt ook bij aan een betere maatschappij, het milieu, duurzaamheid, en betere zorg.

Yves Ozog
Projectpartner CrossRoads Vlaanderen-Nederland

 

Wat hoop je te bereiken? Wanneer zijn de verschillende CrossRoads projecten een succes?

Yves: “We zien dat er steeds meer vraag is vanuit de bedrijfswereld naar CrossRoads in Vlaanderen-Nederland. Dan weet je dat je goed bezig bent en dat CrossRoads Vlaanderen-Nederland een noodzaak vervult in deze grensregio.”

“Voor FRWVL en Maas-Rijn zal dat ook zo gelden. Het grootste bewijs van succes zal zijn wanneer we de laatste call uitzetten en geïnteresseerde bedrijven zich uit zichzelf aanmelden, en dat de resulterende samenwerkingsprojecten van hoogstaande kwaliteit en duurzaam in de tijd zijn. Net als bij Vlaanderen-Nederland wil je immers dat CrossRoads slechts de aanzet is om intenser samen te werken en dat deze relatie duurzaam wordt voortgezet na afloop van het project.”

En zullen jullie als CrossRoads adviseurs voor de projecten nog veel onderling samenwerken?

Yves: “Het is uiteraard de bedoeling dat we de opgebouwde expertise bij Vlaanderen-Nederland delen met de anderen. Denk daarbij ook aan de manier waarop we bij VLAIO aan interne kennisdeling doen. Er werken vier mensen op het CrossRoads-project Vlaanderen-Nederland, één op Frankijk-Wallonië-Vlaanderen en één op Maas-Rijn. Daarnaast werken er nog een 40-tal andere bedrijfsadviseurs bij VLAIO. Zij moeten uiteraard allemaal op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de CrossRoads projecten en vragen tot matchmaking. Samen delen we expertise en kennis: wat zijn de do’s en don’ts, hoe pak je zo’n samenwerking aan en waar moet je op letten als je met een bedrijf uit het buitenland samenzit? Bovendien zullen we omgekeerd ook heel wat leren van de nieuwe CrossRoads-projecten. Bij Vlaanderen-Nederland zitten we altijd met twee bedrijven, maar zoals eerder gezegd gaat het bij Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen en Maas-Rijn om een breder consortium van bedrijven. Wat we daaruit leren, biedt misschien weer interessante inzichten voor Vlaanderen-Nederland.”

Diederik: “Ik wil daar graag nog aan toevoegen dat samenwerking het sleutelwoord is van CrossRoads. Dat geldt trouwens ook voor Interreg. Van samenwerking word je sterker. Het zou raar zijn als we zelf samenwerking promoten over de grenzen, maar dat niet zelf doen. Dus ik zou volmondig ‘ja’ zeggen: we zetten dat zeker voort.”

Waar kijken jullie het meest naar uit?

Diederik: “Ik ben pas begonnen, dus ik ben heel erg benieuwd hoe alles verloopt. Ik ben nieuwsgierig naar de bedrijven die zich zullen aandienen en naar de samenwerking tussen de partners en bedrijven. Dus ik hoop op positieve dingen. Daarbij ben ik ook benieuwd naar de troeven van elke regio. Elke regio heeft zijn eigen sterke kanten die complementair zijn aan de andere regio’s.”

Luc: “Ik vind vooral de project inhoud interessant, welke innovatieve ideeën - die een maatschappelijke impact zullen hebben - worden gerealiseerd door kmo’s die hiervoor in het Euregio gebied samenwerken. Vooral dit grensoverschrijdend gebied is belangrijk vermits het de bakermat is van 280.000 kmo’s, die toch de economische motor vormen in Europa."

Yves: “Ik kijk altijd heel hard uit naar de realisaties van de projecten. Ik vind dat altijd heel inspirerend om te zien wat je kan bereiken met twee enthousiaste ondernemers die samen verder willen. Daar komen altijd hele toffe en creatieve zaken uit. Zowel CrossRoads France-Wallonië-Vlaanderen als Vlaanderen-Nederland en Maas-Rijn focussen zich op maatschappelijke transities. De toegevoegde waarde is dus niet alleen economisch, maar je draagt ook bij aan een betere maatschappij, het milieu, duurzaamheid, en betere zorg. Wetende dat je door zo’n enthousiaste ondernemer ook nog een steentje bijdraagt aan een van deze uitdagingen, vind ik echt heel waardevol.”

Willen jullie verder nog iets vertellen?

Yves: “VLAIO draagt bij aan de Vlaamse beleidsdoelstellingen door actief in te zetten op transformatiethema’s als circulaire economie, bio-economie, artificiële intelligentie, cybersecurity en vergroening van de energieconsumptie bij Vlaamse bedrijven. In de Europese context komen deze thema’s ook aan bod bij onze Nederlandse, Franse, Waalse en Duitse collega’s. Dit zijn niet voor niets de maatschappelijke transitiethema’s waarop het CrossRoads project zich richt. Het is mooi om te zien dat – naast de bedrijven – de collega’s van de verschillende regio’s elkaar ook actief beginnen op te zoeken om kennis uit te wisselen over deze thema’s en methodieken om bedrijven te begeleiden in deze transities. De kennisuitwisseling met Nederland loopt het vlotst omdat we ook al het langst met elkaar samenwerken. Ik ben zeer benieuwd wat we als organisatie leren van onze Franse en Duitse collega’s.”

Deel deze pagina