De poort naar Europese financiering
Zonder Interreg Vlaanderen-Nederland geen financiering voor CrossRoads en dus gingen we spreken met de directeur van het Interreg-secretariaat: Bram De Kort. Als Nederlander in België is hij zowel op professioneel als op persoonlijk vlak ervaringsdeskundige als het gaat over Vlamingen en Nederlanders. We vroegen hem naar de relatie tussen de twee buren en zijn visie op CrossRoads.
Dit artikel verscheen in het eindverslag van het project CrossRoads2 Sustainable Energy.
CrossRoads2 Sustainable Energy | 06/04/2023
Interreg voor grensvervaging
Om samenwerking tussen grensregio’s te bevorderen, riep de Europese Unie in de jaren 90 Interreg in het leven. Intussen heeft zowat elke grensstreek in Europa z’n eigen Interreg-programma. Langs de Belgisch-Nederlandse grens is Interreg Vlaanderen-Nederland het belangrijkste programma. Op basis van meerjarenprogramma’s – gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) - kent de organisatie subsidies toe aan grensoverschrijdende projecten die inzetten op slimme, groene en inclusieve groei.
Buitenbeentje
Bram De Kort, directeur van Interreg Vlaanderen-Nederland, geeft dagelijks leiding aan het team dat projecten helpt binnenhalen, begeleiden en controleren. Bram: “Elke zeven jaar hebben we een budget dat we toekennen aan verschillende grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten. Zo steunden we in de laatste programmaperiode 94 projecten. CrossRoads is een van de projecten die we financieren, maar het is wel een buitenbeetje.”
“CrossRoads is eigenlijk een subsidieprogramma binnen een subsidieprogramma. Deze constructie maakt het mogelijk om bedrijven laagdrempelig en op relatief korte termijn aan financiering te helpen. Ze hoeven niet de lange procedure te doorlopen die andere projecten moeten volgen binnen een Interreg oproep. Zo vermijden ze concurrentie met grootschalige projecten die vaak 2 tot 10 miljoen euro vragen.”
“CrossRoads slaagt erin heel wat kleine en middelgrote ondernemingen te bereiken. Niet evident voor een Europees programma. Het is een goede formule om bedrijfsbetrokkenheid te creëren.”
Innovatiekansen creëren
Ook het feit dat bedrijven generiek uitgedaagd worden om samen te innoveren, is een plus volgens Bram: “Andere projecten die we financieren zijn vaak in het kader van een specifieke innovatie, met een consortium van kennisinstellingen en bedrijven. Via CrossRoads zetten we een brede groep van bedrijven aan tot innovatie, wat tot uiteenlopende realisaties leidt.”Laten we dan even terugblikken op die realisaties, en meer concreet die van CrossRoads2 Sustainable Energy. Bram: “Deze spin-off van CrossRoads vond ik zelf zeer mooi omdat de focus lag op de innovatie-uitdaging rond duurzame energie. Er zijn ook heel wat mooie voorbeelden uit voortgekomen, zoals het project rond vegan leer en het biogebaseerd bindmiddel. Al deze projecten tonen aan dat het een meerwaarde is om de kennis uit Vlaanderen en Nederland samen te brengen.”
“We realiseren hiermee niet alleen economische groei en winsten op het vlak van milieu en welzijn voor de regio. We zorgen er ook voor dat bedrijven hun scope verruimen, kansen creëren over de grens en een basis leggen voor toekomstige samenwerkingen.”
Inspiratiebron
Het succes van de voorbije jaren maakt CrossRoads een inspiratiebron voor anderen. Bram: “CrossRoads slaagt erin heel wat kleine en middelgrote ondernemingen te bereiken. Niet evident voor een Europees programma. Het is een goede formule om bedrijfsbetrokkenheid te creëren en het hoeft dan ook niet te verbazen dat andere projecten het concept overnemen. CrossCare is zo’n voorbeeld, waarmee innovaties in samenwerking met zorgproeftuinen worden gerealiseerd.”
Streven naar meer
Bram: “Het blijft wel een uitdaging om nieuwe bedrijven te bereiken. We zien vaak dezelfde bedrijven terugkomen. Dat is op zich geen probleem als ze goede innovaties tot stand brengen en ze via hun nieuwe inzichten elders kansen naar boven brengen. Maar we moeten vermijden dat ze aan het subsidie-infuus blijven hangen. Op een bepaald moment moet je daarvan loskomen, zonder dat de grensoverschrijdende samenwerking daarmee stopt.”
“We moeten er dus naar streven om nog breder en nog meer bedrijven te bereiken en bij hen een trigger te activeren om over de grens te kijken. Daar werken we aan. In het nieuwe CrossRoads-project – dat begin januari van start ging - verruimden we bijvoorbeeld het gebied met Zuid-Holland en ook West-Vlaanderen is nu volledig betrokken. Op die manier komt een enorme hoeveelheid nieuwe, innovatieve ondernemers binnen bereik.”
Administratieve barrière
Ook het beheer en de afwikkeling van zo’n subsidieprogramma binnen een subsidieprogramma is complex en brengt hindernissen met zich mee. Bram: “Het Europees subsidiekader is van oudsher relatief streng. Er zijn zeker al verbeteringen, maar toch. Europese subsidies zijn vaak ingericht voor grootschalige projecten en dat maakt het een uitdaging om deze subsidies via CrossRoads door te vertalen naar subsidies voor kleinere organisaties. Kmo’s hebben ook geen subsidiedienst in huis zoals een grote universiteit dat bijvoorbeeld wel heeft, waardoor CrossRoads voor hen automatisch administratief complexer en uitdagender is.”
“Er zijn meer dan genoeg timide Nederlanders en meer dan genoeg assertieve Vlamingen. En daar waar ondernemers van elkaar in stijl verschillen, kan dat zeer positieve effecten met zich meebrengen.”
Een nieuwe rol voor Interreg
Om vereenvoudigingsstappen in het proces te zetten, besloot Interreg om in het nieuwe CrossRoads-project als projectpartner mee in het verhaal te stappen: “Voortaan zal Interreg het financieel-administratieve luik rechtstreeks uitvoeren. Vroeger zat dit grotendeels bij een partner waardoor de ondernemer verschillende lagen moest doorkruisen om uitsluitsel te krijgen over regels en administratieve vereisten. Zo riskeerde je enerzijds interpretatieverschillen en anderzijds moest je langer wachten op een antwoord. Door de ondernemers zelf op dat vlak te begeleiden spelen we korter op de bal. Daarnaast hebben we enkele kostenopties vereenvoudigd waarmee we blijven werken aan een administratieve vereenvoudiging voor de ondernemers.”
Over Vlamingen en Nederlanders
Tot slot kunnen we het gesprek niet afsluiten zonder het te hebben over de relatie tussen Vlamingen en Nederlanders en hun cultuurverschillen. Bram: “Ik woon intussen al 22 jaar als Nederlander in België en naar mijn gevoel hebben de Belgen en Nederlanders best wel wat sympathie voor elkaar. Het zijn buren die het met elkaar kunnen vinden en de samenwerking brengt vaak een leuke dynamiek. Dat ondervind ik zowel binnen mijn team als binnen de projecten.” “Uiteraard wordt er wel wat over en weer gelachen, maar sommige zaken zijn toch wel clichés. Er zijn meer dan genoeg timide Nederlanders en meer dan genoeg assertieve Vlamingen. En daar waar ondernemers van elkaar in stijl verschillen, kan dat zeer positieve effecten met zich meebrengen. Want het verbreedt je blik, en bouwt een adaptatievermogen op bij de ondernemer. Als zij willen doorgroeien op de mondiale markt hebben ze een voordeel. Ze kunnen zich snel aanpassen aan hun gesprekspartner en tot zaken komen. De taal die we delen maakt het ook heel gemakkelijk om die grensoverschrijdende samenwerking aan te gaan.”
“Tot slot zijn Vlaanderen en Zuid-Nederland topregio’s wat betreft R&D en innovatieve bedrijvigheid. Er zit langs beide kanten van de grens veel potentieel voor veel mooie consortia die door een iets ander profiel heel complementair zijn aan elkaar.”
Een regio met veel potentieel dus, dat we met het nieuwe CrossRoads-project ten volle willen benutten en ontginnen.
Dit artikel verscheen in het eindverslag van het project CrossRoads2 Sustainable Energy.