Partner in de kijker | Stad Peer

In het Weerbaar Dommelland-project werken verschillende partners grensoverschrijdend samen om de waterweerbaarheid van de regio te versterken. We spreken met Dirk Colaers, schepen van Stad Peer, over de voortrekkersrol van de stad in de creatie en uitwerking van een sponslandschap. 

Weerbaar Dommelland | 18/06/2025

DSC 0080 bewerkt

We zeggen wel eens: "De Dommel is van ons." Die uitspraak zegt eigenlijk alles: we voelen ons sterk verbonden met de rivier.

Dirk Colaers

 

Stad Peer is een actieve partner binnen het Weerbaar Dommelland-project. Wat was voor jullie de belangrijkste motivatie om in dit project te stappen?

De Dommel ontspringt in Peer. We zeggen wel eens: "De Dommel is van ons". Die uitspraak zegt eigenlijk alles: we voelen ons sterk verbonden met de rivier en worden graag betrokken bij initiatieven die betrekking hebben op de Dommel. Dat geldt zowel voor de waterkwaliteit als voor de waterkwantiteit.

We willen onze verantwoordelijkheid opnemen als bewoners van het stroomgebied. Water dat vanuit Peer afstroomt, kan immers een impact hebben op het volledige afstroomgebied verder stroomafwaarts. Daarom vinden we het belangrijk om bewust en duurzaam om te gaan met onze waterbronnen, zodat de Dommel ook in de toekomst een gezonde rivier blijft - voor ons én voor de gemeenschappen die verderop langs haar oevers leven.

Peer neemt binnen het project een belangrijke rol op in werkpakket 4: het sponslandschap. Wat houdt dit werkpakket precies in en waarom is dit zo belangrijk voor het brongebied van de Dommel en Warmbeek?

Peer neemt binnen het project een voortrekkersrol op in werkpakket 4: het sponslandschap. Dit werkpakket richt zich op het herstellen en versterken van het natuurlijk sponsvermogen van het landschap in het brongebied van de Dommel en Warmbeek. Dat betekent concreet: het vasthouden, vertraagd afvoeren en infiltreren van water in de bodem, zodat regenwater minder snel wegstroomt en langer beschikbaar blijft in het gebied zelf.

In een sponslandschap fungeert de omgeving als een soort natuurlijke buffer. In plaats van regenwater snel af te voeren via sloten en beken, krijgt het water meer ruimte om te infiltreren in de bodem, vastgehouden te worden in poelen, moerassen, bossen en natte graslanden. Zo wordt water gebufferd in natte periodes én beschikbaar gehouden in tijden van droogte.

Voor Peer, als brongebied van de Dommel en Warmbeek, is dit bijzonder belangrijk. Hier begint immers het verhaal van de hele rivier. Wat we in dit bovenstroomse gebied doen, heeft direct invloed op de hoeveelheid en kwaliteit van het water dat verder stroomafwaarts komt. Door het landschap hier als een spons te laten functioneren, helpen we niet alleen droogte en overstromingen lokaal opvangen, maar ondersteunen we ook de waterbalans van het volledige stroomgebied.

Bovendien biedt het sponslandschap bijkomende voordelen: een rijkere biodiversiteit, een betere bodemkwaliteit en meer veerkracht tegen de gevolgen van klimaatverandering. Het is dus een investering in zowel waterbeheer als natuur én landbouw.

Peer toont met dit werkpakket dat het mogelijk is om ambitieus én lokaal gedragen aan waterbeheer te werken — met effect ver buiten de gemeentegrenzen.

Door het landschap hier als een spons te laten functioneren, helpen we niet alleen droogte en overstromingen lokaal opvangen, maar ondersteunen we ook de waterbalans van het volledige stroomgebied.

 

Naast technische maatregelen zoals stuwen en bufferbekkens zet Peer ook in op een participatieve aanpak met landbouwers. Hoe verloopt die samenwerking en wat zijn de reacties van de landbouwsector?

Een groot deel van de Dommel stroomt door landbouwgebied. Het is dan ook vanzelfsprekend dat we landbouwers actief betrekken bij het beheer en de toekomstvisie van de rivier. Zij zijn immers nauw verbonden met het landschap en voelen als eersten de gevolgen van veranderingen in het watersysteem.

Het participatietraject dat we samen met landbouwers en grondeigenaars hebben doorlopen, verliep bijzonder vlot. Er was bereidheid tot overleg, tot luisteren én tot samenwerking. Die open houding is van onschatbare waarde.

We mogen niet vergeten dat de effecten van de klimaatverandering zich steeds duidelijker manifesteren. Landbouwers ondervinden dat aan den lijve. Extreem weer wordt vaker de realiteit, met 2024 als een schrijnend voorbeeld. Dat jaar was uitzonderlijk nat, en voor veel landbouwers betekende dit dat hun percelen gedurende het volledige teeltseizoen moeilijk of zelfs helemaal niet bewerkbaar waren.

In die context is het begrijpelijk dat het vasthouden van water — nochtans vaak een noodzaak in tijden van droogte — niet zomaar als positief werd ervaren. Waterbuffering moet daarom doordacht en gebiedsgericht aangepakt worden, in overleg met de mensen die op het terrein werken.

De samenwerking met de landbouwsector toont dat er draagvlak is voor gezamenlijke oplossingen, zolang er voldoende dialoog is en er rekening wordt gehouden met hun noden en ervaringen. Alleen op die manier kunnen we samen bouwen aan een veerkrachtig watersysteem, waar landbouw, natuur en waterbeheer hand in hand gaan.

Hoe ziet u de rol van een lokaal bestuur zoals Peer binnen een grensoverschrijdend en landschapsbreed project als dit? Wat kunnen kleinere steden bijdragen aan de grotere klimaattransitie?

De grootte van een gemeente of stad mag geen verschil maken in het nemen van waterbeheermaatregelen. Of het nu om een kleine landelijke gemeente gaat of om een grotere stad: elke gemeente draagt verantwoordelijkheid binnen het stroomgebied, en elke maatregel telt. In de praktijk zouden beslissingen en acties gebaseerd moeten zijn op de kenmerken van het gebied, niet op de schaal van het bestuur.

De gebieden waar maatregelen mogelijk zijn, zijn erg gevarieerd. Ze kunnen zich bevinden in woonkernen, landbouwzones of natuurgebieden. Grote, aaneengesloten open ruimten waar ingrepen mogelijk zijn, zijn eerder uitzonderlijk geworden in Vlaanderen. Daarom worden maatregelen meestal op kleinere schaal genomen, verspreid over verschillende locaties binnen het stroomgebied.

Die kleinschaligheid betekent echter niet dat de impact beperkt is. Integendeel: door op meerdere strategische plekken tegelijk in te grijpen, bijvoorbeeld via kleinschalige waterbuffers, aanpassing van beplanting, hermeandering of ontharding, ontstaat er een netwerkeffect. Al die kleine ingrepen samen zorgen wél voor een merkbaar verschil, zowel in waterveiligheid als in ecologische kwaliteit.

Het succes ligt dus in het slim combineren van maatregelen, verspreid over verschillende types gebied, in samenwerking met alle betrokken actoren — ongeacht de grootte van hun gemeente.

De samenwerking met de landbouwsector toont dat er draagvlak is voor gezamenlijke oplossingen, zolang er voldoende dialoog is en er rekening gehouden wordt met hun noden en ervaringen.

Dirk Colaers

 

Welke resultaten hoopt u eind 2026 gerealiseerd te hebben in Peer? En hoe kunnen inwoners of bezoekers deze veranderingen ook concreet zien of ervaren?

Dit verhaal is tweeledig. Ten eerste zullen effectieve resultaten op het terrein op korte termijn niet meteen zichtbaar zijn. Je kan immers niet verwachten dat droogteverschijnselen, die zich hebben opgebouwd over vele jaren, als gevolg van het langdurig en systematisch afvoeren van water, op slechts enkele jaren tijd volledig omgekeerd worden. Dit is een werk van lange adem, waarbij structurele en doordachte ingrepen nodig zijn.

Daarom is het cruciaal dat we deze inspanningen blijven volhouden, ook als er tijdelijk natte of juist erg droge jaren zijn. Beleidskeuzes mogen niet voortdurend aangepast worden aan het weer van dat moment, maar moeten gericht blijven op de lange termijn. Alleen zo kunnen we een veerkrachtig watersysteem opbouwen dat bestand is tegen de grillen van het klimaat.

Ten tweede is sensibilisering en bewustmaking van essentieel belang. Voor veel burgers is het vaak niet duidelijk waarom bepaalde maatregelen genomen worden, welke maatregelen dat precies zijn, en wat het uiteindelijke doel ervan is. Zonder die context kunnen ingrepen onbegrijpelijk of zelfs hinderlijk overkomen.

Daarom moeten we actief inzetten op communicatie: helder, transparant en op maat van het publiek. Wanneer mensen begrijpen waarom iets gebeurt en wat het bijdraagt aan het grotere geheel, groeit ook het draagvlak. We merken zelfs dat burgers die goed geïnformeerd zijn, zich stilaan meer betrokken voelen en zich bewust worden van de noodzaak van diverse maatregelen, zowel voor henzelf als voor toekomstige generaties.

Tot slot: hoe belangrijk vindt u het dat projecten zoals Weerbaar Dommelland de klimaatuitdagingen ook breed communiceren naar het publiek en burgers actief betrekken?

Correcte en duidelijke informatie over maatregelen is van essentieel belang. Veel burgers worden tegenwoordig overspoeld met berichten over klimaatverandering, waterproblemen en allerlei maatregelen die genomen (moeten) worden. De hoeveelheid informatie, de complexiteit ervan én de versnippering maken het moeilijk om het overzicht te bewaren. Voor sommigen is het alsof ze door het bos de bomen niet meer zien.

Dit kan leiden tot desinteresse of zelfs weerstand. Mensen haken af omdat ze het gevoel hebben dat ze het toch niet meer kunnen volgen. In plaats van zich actief te engageren, kijken ze naar wat de buren doen — of juist niet doen — en spiegelen zich daaraan. Dat werkt verlammend en zet duurzame verandering op de helling.

Daarom zou ik ervoor pleiten om bewoners op een laagdrempelige en positieve manier te informeren, met concrete en herkenbare voorbeelden. Laat mensen zien wat er al gebeurt, waarom dat gebeurt en welke impact het heeft. Toon projecten in hun buurt, breng verhalen van lokale boeren, burgers of verenigingen, en geef mensen de kans om locaties te bezoeken waar maatregelen al zichtbaar en tastbaar zijn.

Goede voorbeelden inspireren. Ze maken abstracte problemen concreet en geven mensen het gevoel dat verandering mogelijk is, en dat ze daar zelf deel van kunnen uitmaken. Door het zichtbaar maken van successen, hoe klein ook, groeit het vertrouwen én het draagvlak.

Deel deze pagina