Waterzuivering naar het volgende (duurzame) level
In een drukke samenleving zoals die in Belgie en Nederland zijn er een hele hoop uitdagingen rondom duurzaamheid. Ook waterzuivering ondervindt steeds meer uitdagingen op het gebied van kleine hoeveelheden van vervuilende stoffen in het water en het verduurzamen van hun installaties. Daarom gaan wij in gesprek met Schone Waterlopen door O3G over de toekomst van waterzuivering.
Door Romy Heijne
Interreg | 18/12/2024
Wie ben je en wat doe je?
Veerle Depuydt: Ik ben waterinnovator bij VITO, het Vlaamse Kenniscentrum voor Water. Wij zoeken naar de knelpunten rond water en proberen deze vraagstukken via wetgeving op te lossen.
Birte Raes: ik ben onderzoeker bij Aquafin. Aquafin staat in voor het transporteren en zuiveren van huishoudelijk afvalwater in Vlaanderen. Ik werk op de onderzoeksafdeling en wij werken rond alle mogelijke uitdagingen voor een waterzuiveraar in de nabij of verre toekomst. Dat gaat heel breed, maar een van de topics waar ik rond werk zijn micropolluenten. En micropolluenten, dat is eigenlijk een heel grote verzamelnaam voor allerlei stoffen die in heel lage concentraties in het water zitten, maar die toch een effect kunnen hebben op mens, gezondheid en milieu. Denk aan opstapeling in het milieu. Of ze kunnen het waterleven schaden, iets wat je niet wilt. Deze micropolluenten worden nog niet goed afgebroken door de klassieke zuiveringsinstallaties.
En wat doe je binnen het Interreg project?
Veerle Depuydt: Wij vanuit VITO zijn projectcoördinator. We zorgen ervoor dat het project goed loopt, dat is eigenlijk een van onze belangrijkste taken.
Birte: Aquafin stelt problemen met de kwaliteit van het gezuiverde water vast en faciliteert onderzoek/doorvertaling van experimenten op laboschaal naar volle schaal. De kennisinstellingen gaan er dan veel dieper op in om het probleem te kunnen op lossen.
Veerle: Eigenlijk zijn jullie de probleem-aanbieder en de universiteiten proberen als kennisinstelling de probleemoplosser te zijn.
Waar zijn wij nu?
Veerle: Wij zijn bij Aquafin, op de waterzuiveringsinstallatie van Aartselaar, waar een nieuwe zuiveringsinstallatie staat die wij gaan gebruiken binnen Schone Waterlopen door O3G.
En hoe gaan jullie aan de slag ?
Birte: Wij proberen de micropolluenten te verwijderen door extra installaties toe te voegen aan het huidige zuiveringssysteem. Wij zijn aan de slag gegaan met een combinatie van ozon en actieve kool. En we hebben daarin een connectie gevonden met het Nederlandse Waterschap De Dommel, die interesse had in deze combinatie en daar ook mee aan de slag wilde gaan. We doen bij hen onderzoek met testopstellingen en bij ons onderzoeken we een full scale installatie .
Veerle: Het project laat ons toe om daar dieper op in te gaan en daar meer over te leren. Als het niet was goedgekeurd, dan waren die basisinitiatieven ook blijven lopen, maar dan hadden we niet de capaciteit of de tijd gehad om daar dieper onderzoek naar te doen. Dus het project biedt een duidelijke meerwaarde!
De kick-off van jullie event was in februari 2024, wat is het effect geweest van dit event?
Veerle: Het event was een groot succes. Er waren ongeveer 100 mensen aanwezig en er waren meerdere activiteiten, waaronder ook enkele brainstormsessies.
Is er iets wat nu nog op de werktafel ligt van deze brainstormsessies?
Veerle: Ja, ik herinner me nog dat ik aan een tafel zat waar het ging over micropolluenten. Iemand opperde daar of we niet dichter bij de bron zuiveringen moeten gaan installeren? Omdat in het afvalwater van ziekenhuizen vaak andere stoffen worden gevonden dan in lager geconcentreerd klassiek afvalwater. In huishoudelijk afvalwater zijn de concentraties lager vanwege verdunning.
Birte: Dat idee was meteen iets heel waardevols om verder te bekijken. En dat is inderdaad niet iets wat echt gecoverd wordt in dit project. Maar het concept is wel meegenomen in een nieuw voorstel voor een volgend Interreg project.
De kerstperiode komt eraan. Dat is een moment om even stil te staan. Waar kijken jullie op terug het afgelopen jaar? Waar zijn jullie echt trots op binnen het project?
Veerle: Ik vond onze startconferentie heel geslaagd. Zeker omdat er een mooie mix van mensen aanwezig was. Er was zelfs iemand van de Europese Commissie. Iedereen van het partnerschap was er die dag bij, dus ik vond het zelf een heel goede start van het project.
Birte: Ik ben wel trots op de vlotte samenwerking binnen het project. Want je zit toch met heel veel partijen rond de tafel. Het is belangrijk dat er één einddoel is en dat iedereen naar hetzelfde toewerkt en dat is vaak moeilijk. Maar ik heb nu het gevoel dat de samenwerking tussen de partners heel goed zit. Het is moeilijk om in te staan voor de coördinatie van een groot project. Wijzelf hebben daar als organisatie de capaciteiten niet voor en daarom is het des te belangrijker dat VITO bij het project is gekomen om die rol van coördinator op zich te nemen. Nu is het een goed gestuurd schip en alle neuzen staan in dezelfde richting. Daardoor is er meer ruimte om echt in de inhoud te duiken.
Veerle: Ik vind het mooi dat je dat zegt, dat dankzij de ontzorging van onze kant er een vlottere samenwerking is!
Birte: En de wetenschappelijke projectpartners vliegen er ook in. En alle informatie die ze ons al verschaft hebben, wordt onmiddellijk meegenomen in de praktijk. Dat er op dit moment al een installatie op volle schaal staat, vind ik zelf de grootste meerwaarde. Wij nemen mee wat er in de lab opstellingen wordt ontwikkeld en koppelen dat later terug met feedback over de installatie. Zo leert iedereen van elkaar.
Veerle: Als straks de opstellingen bij zowel Aquafin als Waterschap De Dommel draaien, wordt het interessant om parallellen te trekken en te vergelijken. En dan kunnen we ze optimaliseren. Maar daar is tijd voor nodig, want we hebben zeker een jaar aan data nodig om een goede conclusie te kunnen trekken.
Birte: De volle schaalopstelling is erg afhankelijk van de weersomstandigheden. In de winter is het soms te koud en dan werkt het systeem iets minder goed dan in de zomer. Dus als je alleen de zomer zou coveren met dataonderzoek, dan weet je eigenlijk niet wat er in een worst case scenario zou gaan gebeuren. En omgekeerd ook. Dus als je voor langere tijd kunt observeren, dan heb je vanzelf een veel grotere variabiliteit in data.
We proberen zo veel mogelijk van elkaar te leren en te zorgen dat binnen het kennisnetwerk de volgende zuiveringsinstallaties geen last meer hebben van dezelfde problemen. Zo versterken we elkaar.
Wanneer is de planning om te starten met de opstelling in volle schaal hier bij Aquafin?
Veerle: In maart, en Waterschap De Dommel hoopt op september. We hadden hier bij Aquafin al een tijdje geleden willen beginnen met de opstart, maar elke keer was er een kinderziekte die onder handen genomen moest worden. Als je op kleine schaal een foutje hebt, dan is dat snel opgelost. Maar op zo'n grote schaal is het minder evident en kan er zo een paar maanden overheen gaan. Maar nu hebben we alles door getest, en ik heb goede hoop voor maart. En ergens is het ook goed dat we deze ervaringen konden delen met de andere partners, zo leren we waar we tegenaan lopen en waar je aandacht voor moet hebben.
Birte: We merken dat problemen die bij onze installatie voorkomen ook opduiken bij andere waterschappen die in dezelfde periode een gelijkaardige installatie hebben gebouwd. We proberen zo veel mogelijk van elkaar te leren en te zorgen dat binnen het kennisnetwerk de volgende zuiveringsinstallaties geen last meer hebben van dezelfde problemen. Zo versterken we elkaar.
Na terugkijken is het ook goed om vooruit te kijken. Wat zijn jullie goede voornemens voor het volgende jaar?
Veerle: Alles is operationeel zodat we kunnen beginnen met het verzamelen van data en het optimaliseren van de installaties. En daarnaast vind ik het interessant om aan de slag te gaan met kleinere activiteiten, zoals het opzetten van een beleidswerkgroep. We kunnen beleidsmakers laten zien wat er gebeurt en met hen spreken over de noden op beleidsgebied.
Waarom verloopt jullie samenwerking zo goed?
Birte: Je kent elkaar al van andere projecten, dus je weet wie je moet bellen. Ook al is het watersysteem in Vlaanderen en Nederland niet hetzelfde, het is wel gelijkaardig. We hebben een beetje hetzelfde landschap met weinig hoogte en veel dichtbevolkte gebieden. Dus veel lozingen, en een hoge druk op het watersysteem met vervuilingen enz..
Veerle: We spreken dezelfde taal en dat maakt de communicatie gemakkelijker. Je belt sneller, zoals Birte zegt. We moeten dat vertrouwen niet meer opbouwen. Mensen moeten elkaar niet meer leren kennen, en dat is waardevol!