Herstel van hangvennen in het Schutterspark
Met Interreg ADMIRE wordt in het Schutterspark te Brunssum (NL) het veen op de sterk gedraineerde hangvennen hersteld. Sloten worden gedicht en de openheid van het gebied wordt hersteld om de unieke veenvegetaties opnieuw tot hun recht te laten komen. Naast biodiversiteit zal dit natuurherstel eveneens het verlies van CO2 door veenafbraak stoppen. Op deze manier worden de menselijke ingrepen uit het verleden ongedaan gemaakt en de natuurlijke omstandigheden in het Schutterspark hersteld.
ADMIRE | 13/03/2024
In het Schutterspark te Brunssum (NL) vinden we iets wat bijna nergens voorkomt: hangvennen. Het zijn venige gebieden waar bronwater naar boven komt. Vaak zijn hellingen droog omdat water snel kan afstromen, maar doordat er onder het Schutterspark een laag dichte klei ligt kan het water niet naar beneden toe en moet het boven de grond afstromen. In het verleden zijn er daarom op deze hellingen allemaal sloten gegraven om de helling een beetje droger te krijgen. Hierdoor kon er hout op worden geteeld, met name dennen en Amerikaanse eiken om te gebruiken als stuthout in de mijnen. In 2009 zijn er al delen van de hangvennen hersteld. Na onderzoek bleek dat nog meer delen van het Schutterspark potentie hadden om tot hangven hersteld te worden, en dat we hiermee de losse hangvennen met elkaar konden verbinden.
Wat er hier nu allemaal gebeurt is het ongedaan maken van de menselijke ingrepen uit het verleden en de natuurlijke omstandigheden in het Schutterspark herstellen. Hierdoor kan het water weer over de bodem gaan stromen. Hiervoor is het noodzakelijk om eerst de Amerikaanse eiken, die voor de mijnen in het gebied geplant waren, te kappen. Daarna worden de sloten die vroeger gegraven zijn weer dichtgemaakt en wordt de bovenste bodemlaag afgeschraapt om de opgehoopte voedingstoffen in het bosstrooisel te verwijderen. Als we dit niet doen groeien er namelijk alleen maar bramen straks.
De omstandigheden die dan ontstaan zorgen dat de hangvennen zich weer kunnen ontwikkelen. Veenmos kan weer gaan groeien, in het Schutterspark groeien van dit plantje nu al acht soorten. Deze veenmossen zijn de bouwers van de hangvennen. Ze groeien op de natte plekken en houden water als een spons vast. Onderaan sterven de plantjes steeds af terwijl ze boven verder groeien. Omdat het onderste eind onderwater blijft kan het niet afbreken, daarvoor heeft het namelijk zuurstof nodig, en dit is er weinig in het water. Hierdoor hopen steeds meer dode resten van de veenmossen zich op en vormen een soort gigantische spons.
Op die veenmosspons gaan door de permanent natte omstandigheden ook weer andere bijzondere planten groeien zoals het vleesetende plantje ronde zonnedauw, de lavendelheide, de kleine veenbes en misschien zelfs de veenmosorchidee. In de poelen tussen de veenmossen ontstaat er een leefgebied voor allerlei soorten salamanders en libellen en aan de randen groeien plantensoorten die nog maar op een paar plaatsen in Limburg voorkomen. Denk hierbij aan beenbreek, een lelieachtig plantje dat in de zomer geel bloeit. Of bijvoorbeeld de klokjesgentiaan, die prachtige paarsblauwe klokjes heeft.
Foto’s: ronde zonnedauw - beenbreek - klokjesgentiaan
In al die dode opgehoopte plantenresten zit ook veel CO2. Natte veengebieden kunnen wel 8x zo veel CO2 opslaan als bossen. Dit omdat er alleen maar meer dode plantenresten bijkomen en er geen afgebroken worden. In bossen rot het dode hout namelijk langzaam weer weg en verliest daarbij zijn CO2. Deze ontwikkeling kost tijd, en daarom moeten we zolang de ‘veenmossponzen’ zich ontwikkelen jonge boompjes uit het open terrein blijven snoeien of de terreinen begrazen met schapen. Als we deze uit laten groeien tot grote bomen verdrogen ze namelijk de groeiende veenmossen door water dat erin zit te verdampen met hun bladeren.
Uiteindelijk maken de veenmossen en andere planten het hangven zó nat dat bomen er niet meer kunnen groeien. Vanaf dat moment kan de natuur zelf zorgen dat de hangvennen blijven bestaan, zoals ze dat voordat onze grootouders sloten groeven ook hebben gedaan.
Dit project is tot stand gekomen door co-financiering vanuit het Europese interreg ADMIRE project, dat ontwikkeling van veengebieden in de Nederlands-Vlaamse grensregio wil stimuleren, en de Provincie Limburg (NL).
Wil je op de hoogte blijven van ons veenproject? Wens je uitgenodigd te worden voor onze activiteiten?
Volg ons via LinkendIn of schrijf je in voor onze nieuwsbrief