Terug naar overzicht
Nieuws

Natuur-inbouw: klimaat- en natuurvriendelijk bouwen

Op 1 september startte Natuur-inbouw. Het project zet in op bevordering van biodiversiteit. Projectleider Helena Theuwissen, stadsecoloog Bas Wattel en civiel projectleider Angelo Commelin nemen ons mee in de wereld van vogels, insecten en vleermuizen die wonen en leven in en rondom onze huizen en andere gebouwen.

Door Josine Verbrugge

Interreg | 20/12/2023

Foto van stadsecoloog Bas Wattel en civiel projectleider Angelo Commelin

Deel één: projectleider Helena Theuwissen

Natuur-inbouw ging recent van start; waar gaat het over en wat wil het project bereiken?

Natuur-inbouw wil natuur-inclusief bouwen op de kaart zetten door betrokken partijen daarmee kennis te laten maken. Gebouwen worden steeds meer klimaatneutraal gebouwd, maar hierdoor verliezen ook veel dieren hun woonplaats, die zij voorheen vonden in bijvoorbeeld spouwmuren, voegen, reliëfs in gevels en andere hoekjes en kiertjes. In een steeds meer bebouwde omgeving gaat dit ten koste van biodiversiteit. Natuur-inclusief bouwen zou moeten leiden tot een win-winsituatie waarbij er toegewerkt wordt naar klimaatneutraal bouwen en waar tegelijk bouwmaatregelen worden genomen ten gunste van dieren.

Hoe is het idee voor dit project ontstaan?

Vogelbescherming Nederland en het Vlaamse Natuurpunt zetten al langer in op 'natuurvriendelijk' bouwen. Extra inzetten op onder andere onderzoek, innovatie en participatie kan ervoor zorgen dat bestaande en bekende maatregelen effectiever toegepast kunnen worden. Hoe zorgen we ervoor dat een nestkast echt bewoond wordt, en hoe haal je voor biodiversiteit het meeste uit een groen dak?

Het project kent een groot partnerschap. Leefde er bij alle partners ook al een behoefte om met dit onderwerp aan de slag te gaan of was daar nog de nodige overtuiging voor nodig?

Er was zeker een grote wil om mee te doen met dit project. Het onderwerp leeft, zeker nu er steeds meer regelgeving omtrent het onderwerp ontstaat. Het partnerschap is breed: het project kent partners vanuit onder andere de bouwsector, de natuurwereld en de Vlaamse en Nederlandse overheid. Ook partijen buiten het project tonen al interesse.

Met wat voor activiteiten gaat het project aan de slag?

Dat is zeer divers! Op 47 diverse bouwlocaties zullen zowel bestaande als innovatieve maatregelen toegepast worden. De omgeving is net zo belangrijk als de 'woning' zelf voor de dieren, denk bijvoorbeeld aan het vinden van voedsel. De genomen maatregelen worden gemonitord om te bepalen of het ook de gewenste effecten oplevert. Alle relevante kennis wordt dan verspreid via opleidingen, lespakketten en aanbod voor het brede publiek. In een drietal provincies zullen zogenaamde faunapakketten op maat aangeboden worden aan gebouweigenaren.

De bouwsector heeft al met diverse veranderingen te maken; denk aan verbeteren van isolatiewaarden, energiebesparing en toepassing van circulaire bouwmaterialen. Zal er voldoende draagvlak zijn om daarnaast ook 'faunavriendelijk' te bouwen?

In beide landen verschilt de wetgeving nog. Daarnaast valt op dat de meeste Nederlandse woningen in wijken worden gebouwd door projectontwikkelaars, terwijl in Vlaanderen huizen vaak in particulier beheer worden gebouwd. Je hebt zodoende te maken met een verschillend regelgevend kader en verschillende stakeholders. Gezien reeds bestaande en veranderende wetgeving wil de Nederlandse bouwsector vooral graag concrete en praktische adviezen hoe zij faunavriendelijke maatregelen kunnen toepassen bij de bouw. In Vlaanderen staat de wetgeving nog meer in de kinderschoenen, maar hier vindt de sector het belangrijk om te komen tot een totaalpakket voor een duurzame woning, waartoe dan ook het bevorderen van biodiversiteit behoort.

Kun je al iets vertellen over de eerste activiteiten?

Op dit moment worden de demonstratieactiviteiten op de diverse bouwlocaties voorbereid. Deze worden voorzien van een advies welke faunamaatregelen passend zijn bij de locatie. Aansluitend is er per locatie ook overleg gestart met de relevante betrokkenen bij de betreffende gebouwen.

En op 12 maart 2024 is het startevent in Brussel!

Voor eenieder die geïnspireerd is geraakt door dit interview en zelf bij een gebouw al veranderingen wil doorvoeren; wat zijn maatregelen waarvan nu al hun nut is bewezen en die nu al toegepast kunnen worden?

Elke gebouw is anders en elke omgeving is anders, dus het is lastig om daar een pasklaar antwoord op te formuleren. Kijk vooral op checklistgroenbouwen.nl. Hier is informatie te vinden over diverse acties die je nu al kan doorvoeren (Natuur-inbouw bouwt ook voort op de verworven kennis die op deze website te vinden is, red). Maatregelen voor de gierzwaluw, huismus en gewone dwergvleermuis zijn in ieder geval altijd goed. Deze soorten komen voor in de gehele grensregio.

Deel twee: stadsecoloog Bas Wattel en civiel projectleider Angelo Commelin

Om wat meer beeld te krijgen bij dit project, bezoek ik een demolocatie van het project: een renovatie van een kademuur waarbij rekening gehouden wordt met de aanwezige flora en fauna. Ik krijg een rondleiding van stadsecoloog Bas Wattel en civiel projectleider Angelo Commelin.

Hoe kom je tot de gedachte dat bij renovatie van een kademuur belangrijke flora verloren gaat?

Het is al langer bekend dat de begroeiing aan kademuren vaak bestaat uit diverse en soms ook zeldzame soorten. Bij eerdere renovaties werd hier niet altijd rekening mee gehouden, en ging de vegetatie verloren. Vaak groeien de planten op de plaatsen waar renovatie nodig is, denk aan losse stenen of uitgesleten voegen. Tegenwoordig is er tijdens renovaties steeds meer oog voor het behoud van de vele soorten planten en varens die groeien op de kademuren. In Natuur-inbouw worden diverse technieken getest om het groen zo goed mogelijk te behouden. En veel groen betekent veel insecten, wat ook weer vleermuizen en vogels aantrekt.

Waarom is het zo belangrijk dat hier in de stad de fauna behouden blijft?

Op de kademuren groeien maar liefst 120 verschillende soorten planten, waaronder een aantal zeldzame soorten. Op deze historische locatie is een unieke groeiplaats ontstaan. De mooie begroeide muren zijn geliefd bij bewoners en bezoekers van de stad en zoals gezegd trekken de planten weer diverse dieren aan, wat de omgeving een levendig geheel maakt.

Welke maatregelen worden bij deze case toegepast en welke dieren en planten gaan daar profijt van hebben?

Aan de kade worden diverse methodieken getoond. Op sommige plaatsen waar stenen kunnen blijven staan, mogen plantjes blijven zitten en worden zij ook effectief beschermd om niet beschadigd te raken tijdens de werkzaamheden. Andere planten zijn voorafgaand aan de werkzaamheden verwijderd. In de muur bouwen we nu zogenaamde kronen in, waar straks de planten weer teruggeplaatst worden. Bij een derde techniek wordt een cluster van stenen verdiept ingemetseld. Voor nieuwe plantjes is dit een betere ondergrond om op te groeien dan op een vlakke kademuur. De muren worden hiermee aantrekkelijker gemaakt voor flora om zich op een natuurlijke manier weer terug te vestigen. Daarnaast zullen huismustillen geplaatst worden en worden vleermuiskasten bevestigd onder bruggen. Ook komt er meer groen rondom de bomen op de kademuren. Door een meer open bestrating kan meer regenwater doorsijpelen naar de kade om de planten van vocht te voorzien.

In jullie aanvraag staat dat er ook 'kwetterbosjes' worden voorzien. Dat begrip is nieuw voor mij. Kunnen jullie vertellen wat de lezer zich daarbij voor moet stellen?

Bas: een kwetterbosje is letterlijk een bos struiken of een stukje haag wat dienst doet als leefomgeving voor huismussen. Dit fungeert dan als een veilige verstopplaats en een plek waar de mussen gezamenlijk kunnen kwetteren. De kwetterbosjes zijn ook belangrijk voor de huismussen om veilig bij hun nestjes te komen. In de kwetterbosjes wachten ze namelijk af tot het veilig is om naar het nest te gaan. Als dergelijke bosjes niet in de buurt van een nestkastje aanwezig zijn, dan zal het nestkastje waarschijnlijk niet gebruikt worden door huismussen.

Leveren de maatregelen die getroffen worden voor de flora en fauna nu veel extra werk en kosten op?

Angelo: Niet substantieel. Voor aanvang is een ecoloog ingehuurd die precies heeft kunnen duiden hoe de renovatie uitgevoerd kan worden, zodat er zoveel mogelijk planten bespaard blijven en makkelijk snel terug kunnen groeien. Daarnaast levert deze manier van werken voor de natuur juist heel veel op. En met de ontvangen subsidie van Interreg wordt natuurlijk de helft van deze kosten vergoed.

Wanneer is naar jullie idee deze renovatie geslaagd?

Het antwoord is hier meervoudig. Allereerst dienen de kademuren weer robuust en veilig te zijn. Daarbij moet het historisch karakter intact zijn gebleven. Op het vlak van natuur hopen we dat de teruggezette planten aanslaan, dat de muren weer snel gekoloniseerd worden door muurplanten en dat het gebied wederom een leefomgeving is voor vleermuizen en huismussen.

Indien deze renovatie succesvol wordt uitgevoerd, zal dit dan breder worden toegepast bij andere kaderenovaties of soortgelijke werken?

Zeker. Indien de methodes effectief blijken te zijn, zullen deze ook elders in de stad worden toegepast en wellicht zelfs in andere steden. Het interessante van de toegepaste methodieken is, dat je deze ook zou kunnen toepassen is reeds bestaande kademuren of zelfs bij nieuwbouw van kades. En vice versa haalt Middelburg ook weer goede ervaringen uit andere steden, bijvoorbeeld uit Breda waar een oude rivierloop door de stad hersteld wordt.

Deel deze pagina

Blijf je graag op de hoogte?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!