Staatssteun 01
Start je project

Staatssteun

De regels rond staatssteun zijn onderdeel van de Europese mededingingsregels die ervoor moeten zorgen dat de Europese interne markt op een normale wijze kan functioneren.

Algemeen

Ook Interreg Vlaanderen–Nederland is hieraan gebonden. Om die reden moet voor elk project voor goedkeuring ad hoc worden beoordeeld of de steun aan dat project de mededinging op de Europese interne markt dreigt te vervalsen.

Waarom zijn staatssteunvragen aan de orde bij Interreg?

De staatssteunregels zijn van toepassing op de verschillende lidstaten van de Europese Unie. De Interreg-subsidie wordt toegekend door het Comité van Toezicht van het programma en daarin zetelen nationale/regionale en provinciale overheden uit Vlaanderen en Nederland.

Om die reden moeten de subsidies in het kader van ons programma ‘staatssteunproof’ zijn, terwijl dit voor programma’s onder de directe controle van de Europese Commissie (bv. Horizon Europe) niet aan de orde is.

Ook eventuele bijkomende projectfinanciering door publieke instanties (bv. ministeries, provincies, gemeenten) moet in lijn zijn met de staatssteunregels.

Wanneer is er sprake van staatssteun?

Om uitspraken te kunnen doen over staatssteun moeten voor de activiteiten van elke partner een aantal aspecten worden bekeken. Pas wanneer op alle onderstaande deelvragen ‘JA’ moet worden geantwoord, is er sprake van staatssteun:

  1. Wordt de steun door de overheid verleend of met overheidsmiddelen bekostigd?
  2. Is er sprake van een onderneming (elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, waarbij onder economische activiteit wordt verstaan ‘iedere activiteit die bestaat uit het aanbieden van goederen en diensten op een markt’)?
  3. Ontvangt de organisatie een economisch voordeel dat zij bij normaal economisch handelen niet gekregen zou hebben?
  4. Is er sprake van selectiviteit van de steunmaatregel (begunstiging van bepaalde sectoren, bepaalde (types van) ondernemingen en/of van bepaalde regio’s)?
  5. Vervalst de steunmaatregel de mededinging of dreigt ze dit te doen en heeft ze invloed op de handel tussen lidstaten?

In de praktijk zal de voorwaarde ‘overheidsmiddelen’ altijd vervuld zijn in een Interreg-project. Ook moet in bijna alle gevallen uitgegaan worden van een (potentiële) invloed op de handel tussen lidstaten. Daarom zal de staatssteunanalyse binnen ons programma zich voornamelijk toespitsen op vragen rond economische activiteit (2), voordeel (3) en selectiviteit (4). 

Wat te doen in geval van staatssteun?

Een vaststelling dat er sprake is van staatssteun, hoeft niet te betekenen dat de subsidie niet kan doorgaan. In de Europese regelgeving zijn er immers kaders uitgewerkt die maken dat sommige vormen van staatssteun geen bedreiging vormen voor de werking van de interne markt en dus geoorloofd zijn. Kom hier meer te weten over vrijstellingsverordeningen, de-minimissteun en Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB).

Vrijstellingsverordeningen

De vrijstellingsverordeningen betreffen kaders met gedetailleerde regels waarbinnen staatssteun geoorloofd is. Deze regels bevatten onder meer bepalingen rond specifieke activiteiten die ondersteund mogen worden, het maximale percentage van uitgaven dat mag worden ondersteund met publieke middelen (dus EFRO-subsidie plus andere eventuele publieke cofinanciering!) en de maximale omvang van de steun. Soms wordt hierbij nog gedifferentieerd naargelang het om kleine, middelgrote dan wel grote ondernemingen gaat.

De-minimissteun

Naast de vrijstellingsverordeningen kan ook worden gekeken of de door het project gegenereerde steun als de-minimissteun kan worden beschouwd. De basisgedachte hierbij is dat de-minimissteun van dergelijke beperkte omvang is, dat deze geen verstoring van de interne markt kan veroorzaken en daarom steeds is toegelaten. Over een periode van 3 jaren kan per onderneming door alle publieke overheden van één lidstaat samen een maximaal bedrag aan de-minimissteun worden verleend. Dit bedrag is afhankelijk van de sector waarin die onderneming actief is:

• algemeen: 300.000 euro
• landbouw: 20.000 euro
• visserij/aquacultuur: 30.000 euro


Bovenstaande bedragen zijn de maxima per lidstaat. Wanneer de Interreg-subsidie aan (een) projectpartner(s) als de-minimissteun wordt aangemerkt, wordt deze steun proportioneel (50/50) aan elk van beide lidstaten toegewezen. Wanneer niet-financiële steun aan derden als de-minimissteun wordt aangemerkt, dan wordt deze slechts aan één lidstaat toegewezen.

Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB)

Er zijn activiteiten die economisch van aard zijn, waar een publiek belang mee is gemoeid, en die door de markt niet of in onvoldoende mate worden voorzien. Het gaat dan om diensten die zakelijk gezien niet rendabel zijn en alleen in het economische verkeer worden verricht als de overheid deze financieel ondersteunt. Als de overheid een organisatie die een dergelijke dienst aanbiedt, specifieke verplichtingen oplegt en daar financiële ondersteuning tegenover plaatst zodat de dienst op de door de overheid gewenste wijze wordt uitgevoerd, is sprake van een Dienst van Algemeen Economisch Belang oftewel een DAEB.

Wanneer aan bepaalde criteria (de zogenaamde ‘Altmark-criteria’) wordt voldaan, is er ten aanzien van DAEB’s geen sprake van staatssteun. In het kader een Interreg-project zullen die criteria echter niet gemakkelijk kunnen worden ingevuld. Maar het DAEB-vrijstellingsbesluit en de specifieke de-minimisregels voor DAEB (plafond: 750.000 euro) kunnen wel mogelijkheden bieden om met de staatssteun om te gaan. Deze komen echter pas in beeld als een bevoegde overheidsinstantie de geplande projectactiviteiten formeel heeft aangemerkt als een DAEB. Een dergelijke aanwijzing kan niet door het Interreg-programma zelf gebeuren.

Hoe groot is de kans dat mijn organisatie staatssteun ontvangt in een Interreg-project?

Hoewel er ten aanzien van elke soort organisatie sprake kan zijn van staatssteun, is die kans toch niet voor elke organisatie even groot. Dit heeft vooral te maken met het soort activiteiten dat een organisatie doorgaans (zowel binnen als buiten het project) uitvoert. Lees hier wat doorgaans de situatie is naargelang je organisatie een kennisinstelling, bedrijf, overheidsinstantie of iets anders (intermediaire organisatie, vzw, stichting, werkgeversorganisatie,…) is.

Mijn organisatie is een kennisinstelling

In de meeste gevallen zal er geen sprake zijn van staatssteun aan jouw organisatie. Het uitoefenen van ‘onafhankelijk onderzoek’ wordt immers niet als economische activiteit aanzien. Ook wanneer onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met bedrijven, kan er sprake zijn van ‘onafhankelijk onderzoek’, op voorwaarde dat het gaat om daadwerkelijke samenwerking en niet om een O&O-dienst.

Ook is het belangrijk om na te gaan of je organisatie wel degelijk voldoet aan de Europese definitie van 'kennisinstelling'. Als je organisatie een universiteit of hogeschool is, zal deze definitie waarschijnlijk geen problemen opleveren, maar in andere gevallen is het aangeraden hierover te rade te gaan bij de begeleidende projectadviseur. Als er toch sprake is van staatssteun aan je organisatie, bieden in de eerste plaats de artikels 25 (onderzoek & ontwikkeling), 26 (onderzoeksinfrastructuur) of 27 (innovatiecluster) van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) of de de-minimisregels mogelijk een oplossing. Naast de vraag of je organisatie zelf staatssteun ontvangt, moet dit ook worden ingeschat voor eventuele organisaties die door jouw projectactiviteiten direct of indirect worden ondersteund. Meer info daarover, vind je in de volgende vraag Kan er ook sprake zijn van staatssteun aan andere organisaties dan de projectpartners?

Mijn organisatie is een bedrijf

In de meeste gevallen zal er sprake zijn van staatssteun aan jouw organisatie, maar er zijn ook mogelijkheden om hiermee om te gaan, bv. artikels 20 (KMO/MKB in Interreg), 25 (onderzoek & ontwikkeling), 36 (milieubescherming), 38 (energie-efficiëntie) en 41 (hernieuwbare energie) van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening of de de-minimisregels.

Naast de vraag of je organisatie zelf staatssteun ontvangt, moet dit ook worden ingeschat voor eventuele organisaties die door jouw projectactiviteiten direct of indirect worden ondersteund. Meer info daarover, vind je in de volgende vraag Kan er ook sprake zijn van staatssteun aan andere organisaties dan de projectpartners?

Mijn organisatie is een overheidsinstantie

Een belangrijke vraag in de staatssteunanalyse ten aanzien van jouw organisatie, is of de projectactiviteiten al dan niet kunnen worden aangezien als ‘overheidstaken’. Deze vormen immers geen economische activiteiten, waardoor steun ervoor ook geen staatssteun is. Indien er wel sprake is van economische activiteiten, kan er gekeken worden of het voordeel volledig wordt doorgegeven. De ervaring leert dat er in veel gevallen geen sprake is van staatssteun aan jouw organisatie. De kans dat er toch staatssteun is, is het grootst als er binnen het project fysieke ingrepen worden gepland aan infrastructuur van je organisatie die economisch wordt/kan worden geëxploiteerd (bv. verhuurd/in concessie gegeven). Om met die eerder uitzonderlijke gevallen om te gaan waar er toch staatssteun is, kan worden gekeken naar bv. artikels 38 (energie-efficiëntie) of 41 (hernieuwbare energie) van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening of de de-minimisregels. Naast de vraag of je organisatie zelf staatssteun ontvangt, moet dit ook worden ingeschat voor eventuele organisaties die door jouw projectactiviteiten direct of indirect worden ondersteund. Meer info daarover, vind je in de volgende vraag Kan er ook sprake zijn van staatssteun aan andere organisaties dan de projectpartners?

Mijn organisatie is een intermediaire organisatie, vzw, stichting, werkgeversorganisatie , …

Hoewel je het misschien niet verwacht, is er een reële kans dat er sprake is van staatssteun aan jouw organisatie. Dit is in belangrijke mate afhankelijk van de mate waarin het voordeel volledig wordt doorgegeven (en er ook geen indirect voordeel voor je reguliere werking is). Het staatssteunaspect moet zeker voldoende (vroeg) aandacht krijgen bij de ontwikkeling van je aanvraag om onaangename verrassingen te vermijden.

Naast de vraag of je organisatie zelf staatssteun ontvangt, moet dit ook worden ingeschat voor eventuele organisaties die door jouw projectactiviteiten direct of indirect worden ondersteund. Meer info daarover, vind je in de volgende vraag Kan er ook sprake zijn van staatssteun aan andere organisaties dan de projectpartners?

Kan er ook sprake zijn van staatssteun aan andere organisaties dan de projectpartners?

Dat is zeker mogelijk. Bij de staatssteunanalyse van een project wordt ook dat element (zogenaamde ‘staatssteun aan het 2e niveau’) onderzocht. Die analyse kan leiden tot voorwaarden voor de projectuitvoering die bij goedkeuring worden opgelegd, om staatssteun aan dat 2e niveau te vermijden.

Een voorbeeld van dergelijke voorwaarde is dat projectactiviteiten (workshops, demonstraties, klankbordgroepen…) voor alle geïnteresseerde partijen open moeten staan. Op die manier wordt vermeden dat een select groepje organisaties een voordeel krijgt vanuit het project.

Het is echter niet altijd mogelijk en/of wenselijk om staatssteun aan derden te vermijden. Voor die gevallen kunnen gelukkig ook mogelijkheden worden onderzocht om die staatssteun geoorloofd te maken. Ook in een dergelijk scenario worden er goedkeuringsvoorwaarden aan het partnerschap opgelegd, bijv.:

de steun die het project verleent aan derden (bv. advies op maat):

  • moet als de-minimissteun worden geoormerkt. Die partijen moeten tot dat doel een de-minimisverklaring afleveren.
  • gegevens van door het project gesteunde organisaties moeten worden geregistreerd om de steun in lijn te brengen met artikel 28 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening of artikels 21 of 38 van de Groepsvrijstellingsverordening voor de Landbouw- en Bosbouwsector

Meer weten?

Onze projectadviseurs kunnen je helpen om in te schatten of er sprake is van staatssteun, en zo ja, op welke manier er mee kan worden omgegaan. Het is sterk aan te raden steeds voldoende vroeg in het ontwikkeltraject van een project het onderwerp staatssteun te bespreken met jouw projectadviseur.

Blijf je graag op de hoogte?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!