Onthulling permanente plaat event
Historiek

Al meer dan 30 jaar samenwerking

Interreg startte in 1990 en biedt sindsdien een kader voor gezamenlijke acties en uitwisseling tussen nationale, regionale en lokale actoren uit verschillende lidstaten.

Europa

De overkoepelende doelstelling bij Interreg bestaat erin een harmonieuze economische, sociale en territoriale ontwikkeling van de EU als geheel te bevorderen. Tot nu toe zijn er vijf Interreg-programmeringsperioden geweest: Interreg I (1990-1993), Interreg II (1994-1999), Interreg III (2000-2006), Interreg IV (2007-2013) en Interreg V (2014-2020).

In jouw buurt!

Grenzen moeten geen barrières zijn, maar bieden kansen voor groei en succesvolle samenwerking. Dankzij de vele projecten bracht Interreg de afgelopen jaren meer dan 170 miljoen Europeanen in grensregio's dichter bij elkaar en had het een positieve impact op het leven.

Interreg V

Interreg Vlaanderen – Nederland kreeg € 152 miljoen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) om tussen 2014 en 2020 te investeren in waardevolle, grensoverschrijdende projecten. Interreg Vlaanderen-Nederland 2014-2020 zette in op 4 thema’s met daarbij 9 verschillende specifieke doelstellingen.

Vier thema's

Vlaanderen, Nederland en de acht provincies kozen vier thema’s – of ook wel prioritaire assen genoemd - vergezeld van negen verschillende specifieke doelstellingen:

  • Innovatie: versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie
  • Duurzame energie: steun voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie
  • Milieu en hulpbronnen: bescherming van het milieu en bevordering van hulpbronnenefficiëntie
  • Arbeid: bevordering van de werkgelegenheid en ondersteuning van de arbeidsmobiliteit

Om de concurrentiekracht van onze economie te versterken, is het noodzakelijk om te blijven investeren in onderzoek en ontwikkeling. Innovatie was de afgelopen jaren dan ook de hoofdprioriteit van ons programma. Bedrijven, vooral het MKB, maar ook kennisinstellingen speelden een belangrijke rol. Het MKB vormt ruim 99,7% van de Nederlandse en Vlaamse bedrijven en biedt werkgelegenheid aan ruim 65% van de beroepsbevolking.

Het Interreg V-programma tussen Nederland en Vlaanderen (België) werd uitgevoerd op het grondgebied van (delen van) de vijf Vlaamse provincies en de drie zuidelijke provincies van Nederland. In Vlaanderen zijn dit de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, Limburg en West-Vlaanderen . Voor Nederland betrof dit de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Deze partners stelden samen met het Agentschap Innoveren & Ondernemen en het Nederlandse ministerie van Economische Zaken het 'Samenwerkingsprogramma Interreg VA Vlaanderen-Nederland' op voor de programmaperiode 2014-2020.

Budget

Voor onderzoek en innovatie werd er 40% van het budget voorbehouden. De prioriteiten energie en milieu kregen elk een ruime 20% toebedeeld en was er 10% beschikbaar voor projecten rond arbeidsmobiliteit.

Overzicht budget Interreg V

Interreg IV

Op 15 november 2007 werd het Operationeel Programma (OP) Interreg IV Grensregio Vlaanderen-Nederland 2007-2013 door de Europese Commissie goedgekeurd. Met de goedkeuring van het OP gaf Europa het startsein voor de effectieve uitvoering van het nieuwe programma voor de Vlaams-Nederlandse grensregio.

Ruim 94 miljoen euro Europese subsidie

Het Interreg IV A-programma Grensregio Vlaanderen-Nederland werd gefinancierd door de Europese Unie vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Voor dit grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma stelde Europa een budget van ruim 94 miljoen euro ter beschikking. Met de aanvullende steun van onder meer de betrokken nationale overheden en provincies, betekent de uitvoering van het programma een forse investeringsimpuls voor Vlaanderen en Zuid-Nederland. Doel van Interreg IV was om door middel van op uitvoering gerichte grensoverschrijdende initiatieven bij te dragen aan de duurzame sociaal-economische ontwikkeling van de hele grensregio.

Mens, Milieu, Economie

In het Interreg IV programma stond de duurzaamheidsdriehoek Mens-Milieu-Economie centraal. De drie punten van deze driehoek vormden ook de prioriteiten van het Operationeel Programma. In de prioriteit Economie werd ingezet op innovatie en uitbouw van de kenniseconomie, grensoverschrijdend ondernemen en het versterken van de economische structuren. De focus van de prioriteit Milieu lag bij het duurzame gebruik van natuurlijke rijkdommen en bij landschap en natuur.

 

Binnen de prioriteit Mens ging de aandacht uit naar nieuwe impulsen voor cultuur en welzijn. De driehoekidee heeft als opzet dat de verschillende invalshoeken van waaruit projecten worden uitgevoerd, elkaar ondersteunen. Binnen de genoemde prioriteiten kwam een belangrijke focus te liggen op projecten die bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio, in het bijzonder gericht op innovatie.

Een grensoverschrijdend partnerschap

Het grensoverschrijdend partnerschap Grensregio Vlaanderen-Nederland bestaat uit de Vlaamse provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en de Nederlandse provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Bij het programma voor de Grensregio Vlaanderen-Nederland zijn tevens de Vlaamse overheid en de Nederlandse overheid betrokken.

 


De Vlaamse overheid is namens de lidstaat verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma. De Provincie Antwerpen werd aangesteld als beheersautoriteit en de Provincie Oost-Vlaanderen als certificeringsautoriteit.

Programmagebied

Het programmagebied bestaat uit het grondgebied van (delen van) de vijf Vlaamse provincies en de drie Zuid-Nederlandse provincies. Aan Vlaamse zijde betreft het de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant (enkel het arrondissement Leuven) en West-Vlaanderen (met uitzondering van de arrondissementen Veurne en Ieper). Aan Nederlandse zijde wordt het gebied gevormd door de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. Dit gebied heeft een oppervlakte van 23.746 km2 en telde in 2005 net geen 10 miljoen inwoners.

Kaart grensregio Interreg IV

Interreg III

Het Interreg III-programma liep van 2000 tot 2007. Nadat in Interreg I en Interreg II aparte programma's liepen voor Euregio Scheldemond (Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland) en het Benelux Middengebied (Antwerpen, Noord-Brabant, Vlaams-Brabant en Belgisch en Nederlands Limburg) werd in het derde Interreg-programma gewerkt vanuit één strategie voor de gehele grensregio.

Het totale budget voor Interreg III Vlaanderen-Nederland bedroeg ruim 80 miljoen euro Europese steun vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). 

Er konden binnen vijf prioriteiten projecten uitgewerkt worden.

Infrastructuur en mobiliteit

Binnen de eerste prioriteit, gericht op fysieke infrastructuur, werd vooral gewerkt rond recreatieve infrastructuur. In projecten als 'Kustfietsroute' en 'Beleef het groen' werden grensoverschrijdende fietsroutes gerealiseerd, terwijl in 'Maritiem Erfgoed' cultuurhistorisch erfgoed werd gerestaureerd. Dat laatste gebeurde vaak met de hulp van de inzet van langdurig werklozen, die zo een werkervaring opdeden.

Economie en innovatie

Binnen de prioriteit gericht op economische en wetenschappelijk-technologische samenwerking werden de zaadjes geplant waaruit de toekomstige innovatie-projecten, die centraal staan in Interreg IV en V, konden groeien. De eerste contacten tussen Vlaamse en Nederlandse economische intermediaire organisaties, zoals de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, kamers van koophandel, Agoria, Unizo en MKB, ontstonden binnen projecten als 'Duurzame Bedrijfsvoering' en 'Waterstofregio' en 'Vervoeg de keten - automotive sector'. Daarnaast werd er voor het eerst geëxperimenteerd met "Innovatievouchers" (LIOF) en met nieuwe materialen 'project OLED+' (TU/e).

Natuur en milieu

Ook al in de beginjaren van deze eeuw stond de bescherming van het leefmilieu centraal voor de binnen Interreg samenwerkende Vlaamse en Nederlandse provincies en ministeries. Daarom werd in de derde prioriteit werk gemaakt van projecten als 'Watermanagement', 'E-Bench' - (energiemanagement), 'Erosiebestrijding' en 'Duurzame Watersystemen'.

Werk en opleiding

Net als in het huidige programma was de goede werking van de arbeidsmarkt een aandachtspunt. In Interreg III werden projecten gesubsidieerd gericht op de ontwikkeling van competenties voor de procesindustrie, en dit in zowel het oostelijk deel van het programmagebied als het westelijke deel, en werd in een project als ‘RITON’ gefocused op promotie van technische beroepen, en bijscholing van technici, net als in het project 'V@K' dat gericht was op permanente bijscholing en opleiding via internet voor technici en studenten in de verwarmings- en koelingssector.

Maatschappij en cultuur

Bovenal droeg Interreg III ertoe bij, dat het grensoverschrijdend contact tussen Vlamingen en Nederlanders, zowel professionals als de gewone mensen, gestimuleerd werd. In de vijfde prioriteit gericht op het bevorderen van maatschappelijke (en grensoverschrijdende) integratie was er onder andere een groot aantal ‘people to people’ activiteiten, waarin naar schatting maar liefst 700.000 Vlamingen en Nederlanders, via culturele events, workshops en uitwisselingen, betrokken raakten. Maar ook werden binnen deze prioriteit projecten in de sfeer van zorg gerealiseerd, waarvan de grensbewoner tot op de dag van vandaag profiteert. Bijvoorbeeld werkten ziekenhuizen samen om - gebruikmakend van schaalvoordelen - specialistische behandelingen mogelijk te maken in ziekenhuizen nabij de grens, terwijl de grensbewoner daarvoor voorheen altijd tot diep in het eigen binnenland diende te gaan.

Blijf je graag op de hoogte?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!