Guided walk op kasteeldomein Oud Herlaer geeft inzicht in de beleving van erfgoedbezoekers
In het kader van het Interreg-project ‘Brabantse Kastelen’ onderzoekt het Onderzoekscentrum Publieke Impact wat “erfgoedbeleving” precies inhoudt. Met medewerking van projectpartner Stichting Brabants Landschap organiseerde het onderzoekscentrum een guided walk en focusgroepsgesprek op het kasteeldomein Oud Herlaer te Sint-Michielsgestel op zaterdag 23 april 2025. Het doel was om inzicht te krijgen in de ervaring van bezoekers op deze erfgoedsite, de factoren die bijdragen aan hun beleving en mogelijkheden om deze in de toekomst te versterken.
Deelnemers werden gerekruteerd via flyers, sociale media en contacten met lokale toeristische diensten en verenigingen. Bij de selectie is gestreefd naar een zo divers mogelijke groep, zodat een breed beeld ontstond van hoe verschillende bezoekers erfgoed beleven.
Brabantse kastelen (BTW XTRA) | 18/06/2025

Guided walk
De guided walk startte met een korte introductie over het onderzoek en instructies voor de deelnemers. Vervolgens werd aan de deelnemers gevraagd om:
1. Het kasteeldomein op eigen tempo te verkennen gedurende ongeveer 60 minuten.
2. Bewust stil te staan bij hun beleving van de plek.
Elke deelnemer ontving een notitieblok met een korte vragenlijst ter ondersteuning van de dataverzameling. We wandelden richting de boerderij die gerestaureerd wordt. Hier gaf Stichting Brabants Landschap uitleg over de geschiedenis van de site en de plannen voor renovatie en herbestemming, en mochten de deelnemers de plek zelfstandig verkennen. Vervolgens wandelden we terug naar de start.
Deze aanpak bood bezoekers de kans om de erfgoedsite op een bewuste en persoonlijke manier te ervaren, zonder sturing door vooraf opgelegde interpretaties. Dit stimuleerde de zintuiglijke waarneming en moedigde actieve exploratie aan. Bezoekers konden de ruimtelijke elementen, sfeer en fysieke beleving op hun eigen manier waarnemen. Doordat er geen vast narratief werd opgelegd, ontstond ruimte voor uiteenlopende perspectieven, zowel van frequente bezoekers als van nieuwkomers.
Focusgroepsgesprek
Na de wandeling vond een focusgroepsgesprek plaats in een vergaderlokaal in de buurt van Oud Herlaer. Onder begeleiding van het team van het Onderzoekscentrum Publieke Impact reflecteerden de deelnemers op hun ervaring. Dit leverde waardevolle inzichten op over:
• Hoe bezoekers het domein en de restauratie van de boerderij ervaren;
• Hoe zij erfgoedbeleving op deze plek omschrijven;
• Welke elementen als positief werden ervaren;
• Waar mogelijke verbeterpunten liggen voor de toekomstige beleving.
Bovendien bood deze methode de mogelijkheid om knelpunten en kansen te identificeren, wat beheerders en beleidsmakers helpt bij de verdere ontwikkeling van de site. De combinatie van een guided walk met een focusgroepsgesprek versterkt het onderzoeksproces, doordat spontane indrukken direct kunnen worden besproken en verdiept.
Deelnemers
Voor dit onderzoek werden 10 deelnemers geselecteerd met de volgende samenstelling:
• Geslacht: 4 mannen, 6 vrouwen
• Deelnamevorm: 10 individuele deelnemers
• Leeftijd: 5 deelnemers tussen 18 en 35 jaar, 2 tussen 35 en 55 jaar en 3 ouder dan 55 jaar
• 7 lokale deelnemers (Sint-Michielsgestel), 3 deelnemers bovenlokaal (’s-Hertogenbosch)
Belangrijkste inzichten uit de guided walk en het focusgroepgesprek
De deelnemers volgden de instructies goed op en verkenden het domein op hun eigen tempo, met aandacht voor hun beleving. Sommigen bleven samen of vormden kleine groepjes, terwijl anderen ervoor kozen om zich af te zonderen. Iedereen volgde dezelfde route, , geleid door de duidelijke wandelweg door het bos van het kasteeldomein. Door het regenweer was het echter moeilijk om onderweg indrukken op het notitieblok te noteren.
Erfgoedparticipatie
De deelnemers hadden uiteenlopende relaties met erfgoed en erfgoedbezoek. Sommigen beschouwden zichzelf als actieve erfgoedbezoekers, terwijl anderen zich eerder als “toevallige bezoekers” omschreven die erfgoed tegenkomen tijdens een wandeling of fietstocht. Dat erfgoedparticipatie niet altijd bewust of gepland gebeurt, kwam als een belangrijk inzicht naar voren. Veel deelnemers namen deel aan erfgoedactiviteiten omwille van de sfeer, de natuur of toevallige ontmoetingen onderweg — niet noodzakelijk omdat ze vooraf het plan hadden erfgoed te bezoeken.
“Ik ben niet echt actief op zoek naar erfgoed, meestal passeer ik het ‘en route’, tijdens een wandeling of fietstocht bijvoorbeeld”.
Er was veel waardering voor onroerend erfgoed met historische waarde, zoals kastelen, kerken, ruïnes, historische binnensteden en industrieel erfgoed. Ook groen erfgoed kwam nadrukkelijk aan bod: natuurgebieden, parken en tuinen werden vaak genoemd.
Opvallend was dat enkele deelnemers zich als ‘expert’ positioneerden. Zij hadden een sterke interesse in de fauna en flora van het gebied, brachten extra context aan en deelden suggesties over bezienswaardigheden in de omgeving. Bezoek aan erfgoed gebeurde vaak met het gezin, met familie of alleen, tijdens wandel- of fietstochten.
Fotosorteeroefening
Tijdens de fotosorteeroefening kregen deelnemers een reeks foto’s voorgelegd en werd hen gevraagd een beeld te kiezen dat hun beleving tijdens de wandeling het beste weergaf. Deze methode bracht intuïtieve en persoonlijke ervaringen naar boven, waardoor deelnemers op een visuele en associatieve manier hun indrukken konden verwoorden.
De oefening leverde uiteenlopende inzichten op in hoe deelnemers het kasteeldomein ervaren hadden, en welke elementen voor hen het meest betekenisvol waren. Er kwamen verschillende thema’s naar voren, gaande van beleving en toegankelijkheid tot verbeterpunten en suggesties voor de toekomstige invulling:
- Beeld van een bibliotheek: Een deelnemer gaf aan dit beeld te kiezen om te verwijzen naar de interesse in de geschiedenis van de plek en hoe die veranderd is.
- Beeld van een lucifer: voor deze deelnemer symboliseerde een lucifer rust en de zintuigelijke ervaring (geur, natuur) op deze plek.
- Beeld van een salamander: verschillende deelnemers kozen een beeld dat de link met fauna en flora onderstreepte, zoals de salamander, en gaven aan dat de dieren en planten in het domein een belangrijke rol spelen in de beleving.
“Mijn beleving is vooral flora en fauna en ik wilde dat vooral uitkiezen. Ik vind het interessant om te weten hoe de natuur hier ontstaan is. We zagen ook enkele reeën staan en we zijn gelijk verwonderd. Dat is mijn beleving van dit gebied.”
- Beeld van klaprozen: deze deelnemer verwijs naar de blijvende verwondering over de schoonheid van de plek, die hij na 70 jaar in de buurt van het gebied te wonen nog steeds ervaart.
- Beeld van een verrekijker: een deelnemer koos een foto van een verrekijker omdat hij vaak het domein bezoekt met het doel vogels te spotten.
- Beeld van een ruïne/kasteel: deze deelnemer verwees naar de verwondering en het mysterie rond het verdwenen kasteel.
Fotosort oefening
“Hoe heeft dat eruit gezien en wie woonde daar, wat voor verhalen zitten erachter... Mijn aandacht gaat naar het kasteel en ik ben benieuwd hoe het er gaat uitzien met de augmented reality. Het lijkt me leuk dat we dat echt gaan kunnen zien op die plek zelf.” - Beeld van een puzzelstukje: Ook dit beeld werd gekozen omwille van een link met het verkennen van het verleden en reflecteren over hoe het leven er vroeger op die plek uitzag. De deelnemer omschrijft het als het samenbrengen van puzzelstukjes.
“Ik vind het heel interessant om te weten hoe was het hier vroeger was, wie heeft er hier gewoond. Ik vind het leuk om daarachter te komen. Dat zijn verschillende puzzelstukjes die je ontdekt en die dan uiteindelijk de puzzel maken.” - Hartje: een deelnemer koos voor een foto van een hartje als verwijzing naar het robuuste karakter van de plek en de historische gelaagdheid, het gevoel dat iets al heel lang bestaat.
- Beeld van een mens in de zon: De deelnemer koos dit beeld om te vewijzen naar de inclusiviteit en toegankelijkheid van de natuur.
“ Groot en klein, jong en oud, iedereen mag en kan genieten van de natuur in dit gebied.” - Beeld van een boom die uit een muur groeit: Deze foto werd gekozen om de transitie van de plek te beschrijven; er wordt plaats gemaakt voor iets nieuws. “We zijn net naar de boerderij gegaan en je zag hoe het vervallen is en dat het zijn functie is verloren, maar hoe ze het nu ook nieuwe functie gaan geven, een nieuw leven.”
Notities en ervaringen tijdens de wandeling
Door het slechte weer konden deelnemers nauwelijks notities maken. Daarom werd hen achteraf gevraagd of ze nog extra ervaringen wilden delen.
De unieke combinatie van oude en nieuwe elementen in het landschap viel op. De deelnemers waardeerden het autoluwe karakter en de onverharde paden, die bijdragen aan rust en authenticiteit. Het contrast tussen oude landschapselementen en nieuwe aanplantingen werd positief beoordeeld, zeker wanneer deze aansluiten bij het historische karakter. De deelnemers waren er het over eens dat het gebied opgewaardeerd wordt op die manier.
“Nu voelde het nieuw aangelegde padje nog wat “gemaakt”, maar als de bomen eenmaal gegroeid zijn en verder ontwikkeld zijn, vormt het een geheel.”
“Je ziet de geschiedenis van de plek niet alleen in het gebouw, maar ook op de weg. Op die nieuwe weg met die bomen vond ik de plantjes op de grond bijvoorbeeld wel leuk. En dat er ook hoog gras staat en het niet zo strak gemaaid is.”
Bij de boerderij ervoeren deelnemers een andere sfeer: opener, minder geborgen, met zicht op de Dommel. Dit gaf de wandeling een afwisselend karakter.
“Ik vond het heel mooi dat we op de boerderij mochten en dat je de Dommel zag; dat je ver kon kijken en de Dommel daar ziet slingeren.”
“Mooi open landschap en die afwisseling tussen dicht en open. De rivier die erdoor loopt vond ik mooi om te zien.”
Het gebied achter de boerderij was voor velen onbekend terrein. De deelnemers waren aangenaam verrast door het weidse uitzicht en vonden dat deze plek meer in de kijker mag worden gezet. Ze zagen ook kansen om verbindingen te maken met andere routes en gebieden.
Over de natuurontwikkeling waren de meningen gemengd. Inspanningen voor biodiversiteit werden gewaardeerd, maar het verdwijnen van struiken en oude bomen werd betreurd. Er ontstond een gesprek over de balans tussen natuurbeheer en het behouden van ‘authenticiteit’
“Ik had graag terug gegaan naar het landschap zoals het was, maar het is kaal en er zijn geen struiken meer. Alle reeën zijn weg, want er is te weinig schuilplaats. Dat vind ik jammer. De bomen zijn geweldig mooi - oud en versleten, maar die moeten daarom niet weg. Dat is toch mooi, je geraakt het anders toch gewoon kwijt. Het blauwe graslandschap gaan we nooit terugkrijgen.”
“Je komt hier op een zondag en het is nog steeds een paradijs. […] Doorheen zo’n natuurlandschap kunnen gaan is bijna een uniek gegeven geworden.”
Ontwikkeling en vormgeving van het domein
Tijdens de focusgroep gingen deelnemers dieper in op de toekomstplannen voor Oud-Herlaer. Hun reacties waren een mix van enthousiasme en kritische reflectie, met nadruk op behoud van authenticiteit, natuur en beleving.
Deelnemers stelden zich vragen bij de technische haalbaarheid van de restauratie. Ze vroegen zich af of de boerderij structureel nog stevig genoeg is om gerenoveerd te worden. De ambitie om het gebouw binnen het jaar open te stellen werd als ambitieus bestempeld, maar tegelijk sprak het plan tot de verbeelding. Deelnemers waren onder de indruk en keken uit naar de verdere ontwikkelingen.
Er werd een duidelijke meerwaarde gezien in samenwerking met het museum in Den Bosch om de geschiedenis van het landschap en het voormalige kasteel zichtbaar en tastbaar te maken. Het oproepen van het verleden werd door bijna alle deelnemers als belangrijk ervaren. De invulling van de ruimte zou er in eerste instantie op gericht moeten zijn bezoekers een
beeld te geven van hoe het vroeger was – bijvoorbeeld met historische plattegronden en een duidelijke aanduiding van waar het kasteel zich bevond.
Verschillende deelnemers staan positief tegenover de oprichting van een museum op deze locatie. Tegelijk geven sommigen aan dat een museum op zich “wat dunnetjes” zou kunnen zijn. Volgens hen zouden de wandelroutes centraal moeten blijven staan, met het museum als logisch startpunt of vertrekbasis. Wat binnen het gebouw te vinden is, zou bezoekers idealiter moeten prikkelen om het volledige domein verder te verkennen.
“De beelden van deze plek moeten uitnodigen tot wandelen, want dit is in de eerste plaats toch een wandelgebied. Het museum is het toetje, zeg maar.”
Brabants Landschap lichtte het idee toe om kunst te integreren in de oude boerderij en mogelijk ook in het omliggende landschap. De meeste deelnemers reageerden hier positief op, omdat het een meerwaarde kan bieden voor zowel de erfgoed- als de natuurbeleving. Wel werd benadrukt dat kunstwerken in de natuur visueel moeten opgaan in het landschap en geen negatieve impact mogen hebben op de biodiversiteit. Een deelnemer verwees met waardering naar eerdere kunstmanifestaties in de regio die goed in de omgeving waren ingebed.
“Je kan het kunstwerk ook zo vormgeven dat het interessant is maar dat je het niet per se van dichtbij moet kunnen bekijken.”
Het autoluw karakter werd als een pluspunt gezien. De deelnemers waren het erover eens dat zichtlijnen niet verstoord mogen worden door parkeerplaatsen, en dat het gebied aantrekkelijk moet blijven als autoluw wandel- en fietsgebied. Wel merkten sommigen op dat dit vooral lokale bezoekers aantrekt, tenzij er verbindingen worden gelegd met andere bezienswaardigheden in de regio.
Een deel van het gebouw zou worden ingericht als vergaderruimte. Sommige deelnemers betwijfelden of daar voldoende vraag naar is, en stelden voor om de ruimte een flexibelere invulling te geven, bijvoorbeeld als expositieruimte voor een artist-in-residence of als kleinschalige logiesplek voor wandelaars en fietsers.
“[…] En misschien iets als een trekkershut ofzo? Of een kleinschalige overnachtingsplek voor wandelaars die dan hun tocht in stukken kunnen opsplitsen.”
De groep stelde spontaan de vraag voor wie de ontwikkeling van het domein bedoeld is. Oud-Herlaer werd gezien als een plek die aantrekkelijk kan zijn voor verschillende doelgroepen, waaronder:
• Gezinnen met kinderen, bijvoorbeeld tijdens fietstochten
• Scholen en klassen voor educatieve uitstappen
• Lokaal publiek en natuurliefhebbers
• Mogelijk ook bedrijven, op zoek naar vergaderlocaties met een extra beleving en de mogelijkheid tot een langer verblijf
Een gids werd positief onthaald, op voorwaarde dat deze vooral verhalen brengt en de geschiedenis van de plek tot leven wekt – eerder dan mensen de weg te wijzen. Voor kinderen stelden deelnemers een educatief en interactief aanbod voor, dat niet uitsluitend digitaal hoeft te zijn. Denk aan puzzelboekjes of speurtochten, zolang die de rust van het gebied niet verstoren.
“Een gids, … ja… Je kan hier eigenlijk niet verdwalen, het gebied is daar te klein voor. De meerwaarde van zo’n wandeling is dat je kan horen en zien wat er was en wat het verhaal daar achter is.”
De meningen over het gebruik van augmented reality waren verdeeld. De meeste deelnemers zagen het als een mogelijke meerwaarde voor de expositieruimte, op voorwaarde dat het de rust en de fysieke beleving niet verstoort. Een digitale reconstructie van het kasteel kan boeiend zijn, maar dat hoeft niet per se via AR of VR – ook een maquette of tastbare plattegrond werd als alternatief genoemd.
“Ik wil net geen digitale beleving op een plek als deze. Ik wil niet de hele tijd vastzitten aan mijn telefoon of er afhankelijk van zijn. Je mist ook de sfeer van de natuur als je bijvoorbeeld met oortjes in loopt.”
Voor gezinnen met kinderen en oudere bezoekers werd het voorzien van rustpunten – zoals banken en picknickplaatsen rond de boerderij – als een duidelijke meerwaarde genoemd. Tegelijk werd opgemerkt dat dit niet mag leiden tot zwerfvuil of overlast.
Input deelnemers over belevingsmodel
Het onderzoekscentrum Publieke Impact werkt binnen het Interreg Brabantse Kastelen-project aan de ontwikkeling van een belevingsmodel dat erfgoedeigenaars ondersteunt bij het onderbouwd en doelgericht creëren van nieuwe of aanvullende belevingsvormen op erfgoedlocaties. Dit model is niet alleen bedoeld om erfgoedbeheerders te helpen bij de belevingsontwikkeling en -selectie, maar ook als evaluatie-instrument om na implementatie te peilen bij bezoekers of de beoogde beleving overeenkomt met de realiteit.
De tussentijdse versie van dit model werd ontwikkeld op basis van een grondige studie van de wetenschappelijke literatuur en aangevuld met inzichten uit expertgesprekken. Tijdens het focusgroepsgesprek werd dit voorlopige model voorgelegd aan de deelnemers, die hun feedback gaven over de begrijpbaarheid en mogelijke verbeterpunten aanreikten.
- Persoonlijke groei: Ook deze dimensie werd gelinkt aan leren: bijleren over de geschiedenis of de plek wordt gezien als iets dat je als persoon verrijkt. Daarnaast werden ook uitdagingen zoals speurtochten of een blotevoetenpad genoemd als manieren om persoonlijke groei te stimuleren.
- Privilege: De term 'privilege' werd als verwarrend ervaren. Deelnemers gaven aan dat ze het als een ‘voorrecht’ beschouwen om op zo’n plek te mogen zijn — om vrij door het landschap te wandelen, dieren te horen en het erfgoed te kunnen beleven. Ze vonden de dimensie relevant, maar stelden een andere naam voor, zoals ‘voorrecht’.
- Zorgzaamheid: Zorgzaamheid werd vooral geïnterpreteerd in het kader van duurzaamheid: zorg dragen voor natuur en erfgoed zodat toekomstige generaties er ook van kunnen genieten. Restauratie en onderhoud zijn hier tastbare voorbeelden van. Het belang van de plek ‘in ere houden’ werd breed gedeeld.
- Fysieke beleving: De fysieke beleving werd breed geïnterpreteerd, van wandelen en ruiken tot gewoon ‘aanwezig zijn’ in het landschap. De ervaring hoeft geen sportieve prestatie te zijn, maar draait voor velen vooral om zintuiglijke indrukken. Stilte, vogelgeluiden of een ree in het veld werden als waardevolle elementen benoemd.
- Vreugde: De deelnemers gaven aan veel vreugde te beleven aan hun bezoek. Ze genoten van de natuur, onverwachte ontmoetingen met dieren en de inspiratie die ze opdeden. Voor een deelnemer vormde het gebied zelfs een bron van ideeën voor haar schilderwerk.
- Waardering voor schoonheid: Deze dimensie werd unaniem herkend. Deelnemers spraken over de grote schoonheid van het landschap, zowel in het open zicht als in kleine details. Het gebied achter de boerderij werd als een onverwachte ontdekking ervaren die indruk maakte.
- Reflectie: Reflectie werd op verschillende manieren ingevuld: als nadenken over de geschiedenis van de plek of als zelfreflectie. Sommige deelnemers vonden de overlap met ‘denken en aandacht’ verwarrend.
“ Ik heb het geïnterpreteerd als “hoe zat het nu weer met Oud-Herlaer?”.”
“Ik interpreteer het als reflecteren over mezelf en mijn eigen leven.”
“Ik interpreteer het meer als “wat neem ik nu mee?”.” - Ontspanning: Ontspanning werd als kernervaring benoemd. Het vermogen om even weg te zijn van je telefoon werd daarbij expliciet genoemd als meerwaarde. Tegelijk wezen deelnemers op mogelijke verstoringen, zoals luidruchtige bezoekers of spelende kinderen. Ze stelden voor om speelzones te scheiden van rustplekken.
- Spiritualiteit: Niet iedereen voelde spontaan een spirituele connectie, maar er was begrip voor wie dat wel zo ervaart. Verbondenheid met vorige generaties of meditatieve ervaringen in de natuur werden genoemd als voorbeelden. Enkele deelnemers suggereerden om dit aspect te versterken via activiteiten zoals yoga of meditatiesessies.
- Verwondering: Verwondering dook vaak op: bij het zien van dieren, het ontdekken van nieuwe uitzichten of het leren over de geschiedenis van de plek. Sommigen merkten op dat verwondering kan afnemen bij herhaald bezoek, al kunnen toevallige ontmoetingen dit telkens opnieuw oproepen.
“Ik verwonder me wel over het mooie van de natuur, maar ik maak me ook wel zorgen over de afbreuk als mens die wij daaraan doen. […] en ook wel verwondering naar ‘hoe was het hier vroeger?” - Verbondenheid: Deelnemers gaven aan zich op meerdere niveaus verbonden te voelen: met de mensen met wie ze de plek bezochten, met andere bezoekers, met vroegere bewoners en met de natuur zelf.
“Je bent er samen met andere bezoekers, maar ook met generaties voor ons. […] En ook de verbondenheid met het verleden door de verhalen die verteld worden.”
“Je kan ook verbondenheid ervaren met het gebied, maar dat gebeurt denk ik niet met hier één keer te wandelen.” - Autonomie: Autonomie werd sterk gewaardeerd. Bezoekers willen zelf kiezen hoe ze het gebied beleven — te voet of per fiets, met of zonder gids. Er werd gewaarschuwd voor te sturende ervaringen: een beleving mag niet aanvoelen als een ‘IKEA-parcours’.
- Naast positieve ervaringen benoemden deelnemers ook mogelijke valkuilen:
Drukte en verlies van autonomie wanneer je je in een groep moet voortbewegen of als het te vol wordt.
Eenzijdigheid, bijvoorbeeld bij een te lineaire of monotone wandeling.
Verval werd verrassend positief benoemd: deelnemers waardeerden het ruwe, authentieke karakter van de plek en vonden het jammer als alles ‘spic en span’ wordt opgeknapt.
Gerelateerd nieuws
Blijf je graag op de hoogte?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!