Opkweek van doordragers beïnvloedt oogstpieken

Een aangepaste opkweek leidt tot een ander oogstverloop bij doordragers. Door de opkweek in een belichte serre uit te voeren, onder lange dagen en warme omstandigheden, kunnen we een zwaardere trayplant maken. Dat leidt tot een hogere productie, maar die verloopt wel meer in pieken en dalen. Minitrays opgekweekt in de serre zijn iets minder productief maar geven wel een vlakker oogstverloop. Na frigobewaring zagen we in de eerste fase van de teelt duidelijk een betere gewasstrekking.

Sinds enkele jaren is de teelt van doordragers niet meer weg te denken op moderne aardbeienbedrijven. Een aantal nieuwe productieve en kwaliteitsvolle rassen, een lagere plantkost per hectare en een meer gespreide oogst zorgden voor een snelle uitbreiding van het areaal doordragers. Jaarteelten met doordragers maar ook combinaties met junidrager in voorjaars- of najaarsteelten worden meer en meer aangeplant. Binnen het PlantGoed-project (Interreg Vlaanderen-Nederland) onderzoeken we de voor- en nadelen van deze nieuwe teeltschema’s.

In deze proef onderzoeken we of een aangepaste opkweek kan bijdragen aan een vlakker oogstverloop gedurende de teelt. Zo vergelijken we een opkweek in een verwarmde en belichte serre met de standaard opkweek buiten, ook onderzoeken we het effect van vijf weken frigobewaring en kijken we naar verschil in ontwikkeling tussen trays en minitrays. Tijdens de productieteelt worden oogstverloop, totale productie en kwaliteit opgevolgd. Deze proef werd uitgevoerd met de rassen Karima en Florice.

Als referentie werden trays opgekweekt op het trayveld buiten. Deze planten ontvingen een totaal van 90 kg N/ha en werden half november gerooid om vijf weken frigobewaring te ondergaan. Begin augustus beginnen de dagen te korten waardoor doordragers minder worden gestimuleerd om bloemen aan te leggen. Daarom werd er gekozen om de overige objecten in een serre op te kweken. De planten konden groeien aan een constante daglengte van 15 uur (130 µmol/m2.s belichting) en een dag/nachttemperatuur van 18/9°C, zo stimuleren we de bloemaanleg en voorkomen we dat de planten in dormantie gaan. De in de serre opgekweekte trayplanten hebben een opkweekduur van vijftien weken (90 kg N/ha), de minitrays van tien weken (70 kg N/ha). De helft van de planten onderging een frigobewaring van vijf weken, de andere helft werd vers opgeplant. Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillen in opkweekduur en frigobewaring.

Op 18 december 2024 werd de serre opgeplant aan zes planten per lopende meter. Het stuurlicht werd na planting aangeschakeld van zonsondergang tot zonsopgang om strekking en bloemaanleg maximaal te stimuleren, en dat tot begin maart. Tot begin januari 2025 werd een eerder rustig stookregime van 12/8°C dag/nacht gehanteerd om daarna over te schakelen naar 16/8°C. Tot half januari werden de bloemen in alle objecten verwijderd.

Naar gewasstrekking zagen we in de eerste fase van de teelt een duidelijk betere bladstrekking bij de planten die een frigobewaring ondergingen. De warme opkweek onder lange dagen in de serre zorgde voor opmerkelijk zwaardere planten in vergelijking met de standaard opgekweekte trays.

In grote lijnen zien we weinig verschil in oogstverloop tussen Karima en Florice. We startten met oogsten op 13 maart en de serre werd geruimd na de oogst op 1 september. Een eerste opvallend iets is dat de tweede oogstpiek bij de frigobewaarde trays sneller aantrekt in vergelijking met de verse trays. Vervolgens zien we dat de serre-opgekweekte trays een duidelijk grotere eerste piek vertonen in vergelijking met de minitrays en de standaard opgekweekte trays.

De pieken en dalen bij de minitrays zijn meer afgevlakt en we slagen er gedurende langere periodes in om een wekelijkse productie tussen de 400 en 600 gram/m2 te realiseren. Naar het einde van de teelt nemen de omstandigheden in de serre het over waardoor de verschillen in oogstverloop kleiner worden.

Doordragers geven heel wat nieuwe mogelijkheden aan telers met onbelichte serres. Een jaarteelt loopt ideaal gezien door tot in november. Maar we zien dat na de zomer de vruchtkwaliteit en productie vaak onvoldoende is ten opzichte van de arbeid nodig voor gewasonderhoud. Daarom kan je er ook voor kiezen om na de tweede oogstpiek in juli te ruimen en opnieuw doordragers te planten.

Een andere mogelijkheid is om te ruimen en in augustus een traditionele Elsanta-najaarsteelt op te starten. Zo ben je zekerder van een degelijke oogst in oktober en november. Om te profiteren van een goede vruchtkwaliteit en hoge productie in het voorjaar kan je er ook voor kiezen een junidrager (Sonsation, Parlando, …) op te planten rond de jaarwisseling en deze dan eind mei-begin juni te vervangen door een doordrager. Op Proefcentrum Hoogstraten experimenteren we ook met het concept doorteelt toegepast op doordragers.

Afhankelijk van de bedrijfsspecifieke situatie kunnen er dus enorm veel combinaties worden gemaakt.