Terug naar overzicht
Nieuws

Prestatiecoëfficiënten voor schermen: een richtingwijzer naar energiezuinige kassen

Schermen zijn de belangrijkste techniek om de glastuinbouw klimaatneutraler te maken. Ze isoleren de kas en laten tegelijk damp door, waardoor energie wordt bespaard zonder dat het klimaat in de kas in de knel komt. Het is dan ook logisch dat schermen in het project ENERGLIK centraal staan op weg naar klimaatneutrale glastuinbouw.

ENERGLIK | 02/09/2025

IMG 3961

Het werk 'achter de schermen'

ENERGLIK werkt daarbij langs twee sporen. Enerzijds worden in teeltproeven vernieuwende schermen getest in een proefkas, gecombineerd met een aangepaste klimaatsturing. Anderzijds gebeurt er “achter de schermen” ook fundamenteel werk: Het ontwikkelen van een eenduidige manier om schermen te beoordelen. Dat begint bij het correct meten van de eigenschappen van schermdoeken en het vertalen van die metingen naar praktische waarden waarmee een teler de prestaties van schermen kan inschatten.

In dit artikel gaan we niet in op de meetmethodes zelf, maar wel op de vertaling van die meetresultaten naar begrijpelijke en bruikbare prestatiecoëfficiënten voor de praktijk. Er zijn drie coëfficiënten die echt relevant zijn:

  • R: de thermische weerstand van één scherm in de kas
  • LLTR: de lichtverlies thermische weerstand van één dagscherm in de kas
  • rm: de damptransportweerstand van een scherm

Met deze drie waarden kan een teler de energieprestatie van een scherm beoordelen en zo een weloverwogen schermkeuze maken om energie te besparen en ook een optimaal klimaat te behouden.

De thermische weerstand van een enkel scherm (R)

Schermen isoleren de kas in de eerste plaats doordat ze verhinderen dat warmtestraling, uitgezonden door het gewas, de verwarmingsbuizen of de grond, rechtstreeks uitwisselt met het koudere kasdek. Met andere woorden: door het scherm “ziet” de plant het kasdek minder (in het gebied van de warmtestraling).

En hoe sterk een scherm een belemmering is voor warmtestraling, dat kan sterk variëren. Zo bestaan er schermen die als het ware een venster zijn voor warmtestraling en waarbij de plant rechtstreeks straalt naar het kasdek: dat zijn de transmissieve schermen. Daarnaast zijn er schermen die ondoorzichtig zijn: de absorberende schermen. Ten slotte zijn er schermen waarbij de plant zichzelf als het ware zijn warmteuitstraling teruggespiegeld ziet: de reflectieve schermen. In diezelfde volgorde neemt ook hun isolerende werking toe.

Gaat alleen warmte doorheen een scherm a.d.v. warmtestraling? Nee, er gaat ook wat warmte door via de luchtstroming langs het scherm. De lucht aan de onderzijde geeft warmte af, en de lucht aan de bovenzijde neemt warmte op. Deze vorm van warmteoverdracht is vrij constant en onafhankelijk van het type scherm.

En via damp? Inderdaad, een scherm laat ook latente warmte door in de vorm van damptransport. Maar dit rekenen we niet mee in de R-waarde, omdat ontvochtiging nuttig is en je dit energieverlies anders toch moet voorzien gezien het gewas moet ontvochtigd worden. De ontvochtigingscapaciteit van een scherm wordt bepaald door zijn damptransportweerstand die verder beschreven wordt.

Wat is de eenheid van R? De eenheid is m² °C/W. Dat betekent dat de R-waarde van een ­scherm rechtstreeks vergelijkbaar is met de R-waarde die je terugvindt op een pakket isolatiemateriaal in de bouwmarkt. Het gaat inderdaad om hetzelfde getal.

En hoeveel bedraagt nu de R-waarde van een scherm? Die varieert van ongeveer 0,1 bij een transmissief scherm, 0.2 bij een emissief scherm tot 0,8 bij een reflectief scherm. Er is dus een aanzienlijke spreiding in isolatievermogen tussen de verschillende types en dat is dus volledig toe te wijzen aan zijn warmtestralingseigenschappen.

Tot slot, de hierboven beschreven R waarde van een scherm gaat over de bijdrage van een enkel scherm tot de isolatie van een kas. Bij meerdere schermen kun je die R-waardes soms optellen, maar niet altijd. Dit komt omdat die warmtestralingseigenschappen elkaar soms gaan versterken en soms net niet.

De lichtverlies thermische weerstand (LLTR) van een dagscherm

LLTR is de afkorting van een Engelse term: light loss thermal resistance. Het staat voor de R-waarde van een scherm per eenheid lichtverlies. Met andere woorden: hoeveel isolatie levert een scherm op voor elk procent licht dat verloren gaat. Het lichtverlies waarover we spreken is het hemisferische lichtverlies, berekend volgens de norm NEN 2675. De LLTR waarde is van belang bij dagschermen.

Wat betekent dit voor jou als teler? Net zoals bij de R-waarde wil je een zo hoog mogelijke LLTR-waarde voor je dagscherm. Anders gezegd: je wil dat je scherm zoveel mogelijk isoleert gecombineerd met zo weinig mogelijk verlies van licht.

En hoe groot is die LLTR-waarde dan? Voor een gemiddeld commercieel dagscherm ligt ze rond 0,7. Bij meer performante schermen, zoals sommige die in de teeltproeven van ENERGLIK worden gebruikt, kan dit oplopen tot 1,2.

En de eenheid? Net als bij de R-waarde is die m² °C/W.

De damptransportweerstand van een scherm (rm)

De glastuinbouw wordt gekenmerkt door verdampende planten. Elke teler weet hoe belangrijk het is om de vochtbalans in het gewas onder controle te houden. Als de damp niet weg kan, loopt het risico op ziektes immers snel op.

Schermen spelen hierbij in de praktijk een cruciale rol. Ze verhogen de isolatie van de kas, maar laten toch damp door. En dat gebeurt bovendien onverwachts efficiënt waarbij de ontvochtigingsefficientie vergelijkbaar is met deze van actieve technieken (Zie artikel Proeftuinnieuws: Ontvochtigen doorheen je scherm: een slimme keuze van Bronchart, 2025)

De mate waarin een scherm damp doorlaat, drukken we uit in de waarde rm: Die geeft de weerstand van het scherm tegen damptransport weer. De waarden variëren van ongeveer 600 (zeer dampopen) tot oneindig (volledig dampdicht).

Je vraagt je misschien af: Kan die waarde niet nóg lager dan 600? Niet echt. Dat komt omdat de damp altijd eerst vanuit de lucht onder het scherm door het doek moet passeren en daarna weer moet worden afgegeven aan de lucht erboven. Hoe dampopen het scherm ook is, daar zitten altijd enkele onvermijdelijke remmen op.

En de eenheid van rm? Dat is s/m. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar eigenlijk is het gewoon de omgekeerde eenheid van snelheid (m/s). Het is een wetenschappelijke manier om weerstand tegen transport uit te drukken (en dat klinkt toch logische het omgekeerde van snelheid?)

Samenvattend

In dit artikel hebben we uitgelegd wat de prestatiecoëfficiënten van schermen zijn. De vakgroep Toegepaste Thermodynamica en Warmteoverdracht van UGent hoopt dat een wetenschappelijke benadering, die zowel de prestaties van schermen als hun fysische eigenschappen eenduidig meet, in de praktijk ingang vindt. Zo kan de teler weloverwogen beslissingen nemen en vooraf inschatten wat het resultaat van zijn keuze zal zijn. Voor ons lijkt dit een belangrijke voorwaarde om tenslotte tot energiezuinige kassen bij ons te komen.

Voor de volledige beschrijving van de prestatiecoëfficiënten is binnen het ENERGLIK-project een rapport opgesteld. Dat rapport kan je downloaden via: Energlik rapport_WP3.2 b_UGent metingen +performanties schermen

Tot slot, in de onderstaande tabel zijn de prestatiecoëfficiënten nog eens overzichtelijk samengevat.

Tabel: Samenvatting van de prestatiecoëfficiënten van schermen

Symbool

Eenheid

Naam

Range

Streefdoel

R

m²·°C/W

Thermische weerstand van een enkel scherm

0.1 – 0.8

Zo hoog mogelijk

LLTR

m²·°C/W

Thermische weerstand per % lichtverlies

~ 0.7 – 1.2

Zo hoog mogelijk, vooral bij dagschermen

rm

s/m

Damptransportweerstand

600 – ∞

Zo laag mogelijk als ontvochtiging gewenst is

Deel deze pagina

Blijf je graag op de hoogte?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!