Zonder vakmensen gaat het niet lukken met de energietransitie
Niet alleen in de zorg, het onderwijs of de IT is het tekort aan medewerkers groot. Ook de energietransitie dreigt vast te lopen door een gebrek aan arbeidskracht. Daarom zijn 18 projectpartners uit de grensregio Vlaanderen - Zuid Nederland met het project Energie(k) Onderwijs gestart. Op woensdag 29 november vindt de officiële kickoff plaats in Antwerpen.
Energie(k) Onderwijs | 09/11/2023
Het kost de projectleider van Energie(k) Onderwijs Ad Breukel weinig moeite om een voorbeeld te noemen. “Neem netcongestie, oftewel een overbelast elektriciteitsnet. Daar is op steeds meer plekken in Nederland sprake van en daardoor kunnen bedrijven bijvoorbeeld geen zonnestroom krijgen of leveren. Er zijn te weinig vakmensen om dat probleem snel genoeg op te lossen. Het tekort loopt al in de tienduizenden.”
Lector Smart Energy Jack Doomernik van Avans Hogeschool vult aan: “Kijk ook naar warmtepompen die steeds populairder worden. Ze rollen bij wijze van spreken van de lopende band. Maar staan daarna nog niet zomaar bij iemand thuis te draaien. Hetzelfde geldt voor zonnepanelen. Er zijn gewoon niet genoeg opgeleide installateurs om ze aan te sluiten. En ondertussen neemt het aantal studenten in de technische hoek steeds verder af.”
Niet zonder mensen
Het is een uitdaging die zelden als eerste ter sprake komt als het gaat over de energietransitie. Het ontwikkelen en uittesten van nieuwe technieken stond tot nog toe vaak centraal als het om duurzaamheidsdoelen gaat. Ad: “We kunnen van alles bedenken, mooie technologieën en apparaten ontwerpen. Maar als je niet de mensen hebt om de installatieontwerpen te maken en de boel te installeren, dan gaat het gewoon niet lukken.”
Genoeg redenen om het project Energie(k) Onderwijs op poten te zetten. Daarin werken 18 onderwijsinstellingen, overheden, een loopbaanfonds, een intermediair en een ondernemersorganisatie uit Zuid-Nederland en Vlaanderen samen. Projectleider is docent-onderzoeker Ad Breukel van Smart Energy, het lectoraat bij MNEXT / Avans Hogeschool waar Jack Doomernik lector van is.
Nieuw onderwijs
Doel van het team is uiteindelijk om meer vakmensen opgeleid te krijgen die mee kunnen werken aan de energietransitie. De partners proberen dat te bereiken door onder meer een duidelijker beeld te krijgen van de vraag, nieuwe en betere onderwijsprogramma’s en omscholingstrajecten te ontwikkelen, samenwerking te bevorderen en scholieren, studenten en zij-instromers enthousiast te maken om bij te dragen aan de transitie.
Ad: “Een van de eerste doelen is om aan alle stakeholders te laten zien dat we bestaan en duidelijk te maken waar ze ons kunnen vinden. Dat begint écht met ons startcongres op 29 november in Antwerpen (aanmelden kan hier, red.). Dan gaan we voor de eerste keer ‘live’ voor het grote publiek. Er zijn dan expert- en feedbacksessies over de ontwikkeling van nieuwe leerinhouden en -middelen en interessante presentaties. Onder meer van ‘Techniekmaker’ Ben Snoeijs, die jongeren wil inspireren om te kiezen voor een technische opleiding.” Daarnaast zal Jack het belang van praktijkgericht onderzoek voor het energieonderwijs onderstrepen.
Ondersteuning en kennismaking
Wat het projectteam betreft wordt er de komende tijd snel werk gemaakt met de ontwikkeling van nieuwe modules. Die moeten passen in het steeds flexibelere onderwijs. “Die modules proberen we te koppelen aan het onderzoek dat we binnen het lectoraat Smart Energy uitvoeren”, legt Ad uit. “Neem bijvoorbeeld de minor Onderzoekslab Energie- en Materiaaltransitie waar de Avans academie ATIX onlangs mee is gestart. Wij hebben die module aangeboden en nu kijken we wat studenten die hem volgen, kunnen betekenen bij ons onderzoek. Het mes snijdt zo aan meerdere kanten: studenten raken thuis in het onderzoekswerk en komen erachter of een master in deze richting iets voor hen is. En als onderzoekers worden we ondersteund door het werk dat ze doen. Daarnaast nemen we studenten mee naar bijvoorbeeld partnerbedrijven en -gemeentes, zodat ze kunnen kennismaken. En docenten die nog niet met een lectoraat samenwerken, zien wat daar het voordeel van is.”
Jack: “Daarnaast biedt het project ook de mogelijkheid voor onderwijs- en onderzoeksinstellingen om gebruik te maken van elkaars laboratoria. Zodat bijvoorbeeld studenten van andere hogescholen terechtkunnen in onze faciliteiten. Op die manier kunnen wij en andere instellingen ons op onderzoeksgebied meer gaan specialiseren.”
Techniek gaat leven
Ook het enthousiasmeren van scholieren en andere techniekprofessionals in spe is een belangrijk speerpunt van Energie(k) Onderwijs. Jack: “We gaan met ze in gesprek en maken het heel concreet. Bijvoorbeeld door leerlingen van een middelbare school een zelf in elkaar te zetten tooltje mee naar huis te laten nemen waarmee ze via een smart meter data kunnen verzamelen over hun energiehuishouding. Dat maakt gesprekken los aan tafel thuis, maar ook in de klas. Het onderwerp gaat leven. En het laat zien dat er ook veel niet-technische aspecten zitten aan techniek. Uiteindelijk gaat het bij de energietransitie ook om gedragsverandering.”
“Het fijne is dat iedereen steeds beter het belang van voldoende vakbekwame techniekprofessionals ziet” vertelt Ad. “Wijs nog eens op het nieuws dat het afgelopen zomer bij wijze van spreken gemiddeld 1,5 graad warmer was dan 2 jaar geleden, en mensen begrijpen waarom ons project zo belangrijk is.”
Jack: “Je zou misschien zeggen: moeten jullie als lectoraat niet alle energie steken in onderzoek? Horen dit soort onderwijsinnovatie- en werving-achtige vraagstukken wel tot jullie taken? Maar het is voor ons schaken op twee borden tegelijk. Als we dit samen met onze partners niet doen en het tekort gaat oplopen, dan komen we er niet. Want uiteindelijk is de energietransitie van ons allemaal.”
Het Startcongres Energie(k) Onderwijs vindt plaats in Antwerpen op woensdag 29 november. Voor meer informatie en aanmelden, kijk op de website.
Gerelateerd nieuws
Blijf je graag op de hoogte?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!