CASCO ontwikkelt ecosysteem voor biobased bouwmaterialen
Twaalf partners zetten samen hun schouders onder het project CASCO. Het doel is de uitbouw van een ecosysteem voor de toepassing van biobased materialen in de bouw.
CASCO Carbon Sink Construction | 30/07/2024
CASCO staat voor Carbon Sink Construction en wil de enorme ecologische voetafdruk van de Europese bouwsector verlichten. In de huidige ‘Europese richtlijn energieprestatie gebouwen’ (EPBD) ligt de nadruk op de reductie van operationele CO2-uitstoot van gebouwen.
Van operationele naar materiaalgebonden koolstof
Recent onderzoek (Xiaoyang Zhong et al. 2021) toont echter aan dat een reductie van de operationele CO2-uitstoot in gebouwen vaak gepaard gaat met een toename van de materiaalgebonden CO2-uitstoot, door het gebruik van meer materiaal of materiaal met een hoge CO2-uitstoot bij productie en meer en complexere installaties.
Europa werkt momenteel aan een herziening van de EPBD, waarin CO2-uitstoot over de hele levenscyclus van gebouwen in rekening wordt gebracht. Lokale en natuurlijke grondstoffen zoals hout, stro, hennep en bermmaaisel kunnen de ecologische voetafdruk van de bouwsector aanzienlijk verkleinen (UN, CTCN) maar worden amper gebruikt.
Ecosysteem uitbouwen voor lokale en natuurlijke bouwmaterialen
Met het project CASCO willen de projectpartners voor de grensregio Vlaanderen-Nederland een ecosysteem uitbouwen voor het opschalen van het gebruik van lokale en natuurlijke bouwmaterialen.
Deze materialen, die in hun verwerking een lage embodied carbon hebben, slaan in hun groeifase CO2 op (carbon sink) en doen zo de materiaalgebonden CO2-uitstoot van nieuwe gebouwen sterk dalen. Bouwen met lokale en natuurlijke materialen moet voor bouwprofessionals de meest voor de hand liggende keuze worden. Om dit doel te bereiken, willen we zowel de vraag naar als het aanbod van biobased bouwmaterialen vergroten.
Waarop zetten we in?
- Ketenontwikkeling voor de lokale economie met focus op aanlevering van natuurlijke grondstoffen, productie van bouwmaterialen, -componenten en -elementen, en hun toepassing op de werf.
Concreet gaat het om de grondstoffen hout (uitval uit bosbeheer, hakhout, constructiehout); stro, hennep, sorghum en miscanthus (rest- en nevenstromen uit landbouw); bermmaaisel (rest- en nevenstromen uit landschapsbeheer). We streven telkens naar upcycling van deze rest- en nevenstromen in functie van lokaal gebruik binnen het programmagebied. - Bepaling bouwfysische eigenschappen en hygrothermisch gedrag van lokale en natuurlijke bouwmaterialen (en -bouwcomponenten) op basis van data van materiaalprestaties verzameld doorheen het project, waardoor deze materialen geloofwaardig en toepasbaar worden.
Concreet gaat het om de verwerking van de grondstoffen tot isolatiemateriaal (bermmaaisel, hennepscheven, miscanthus), constructiemateriaal (hout en stro), de toepassing van vezels in wapeningsnetten en bouwplaten (hennep, sorghum), lattenwerk (hout), hennep en sorghum in kalkmengsels, de constructie van prefabelementen met een combinatie van deze materialen. - Analyse van de CO2-uitstoot en van de milieu-impact
- Bepaling van de netto CO2-opslagcapaciteit voor de ontwikkelde bouwmaterialen en -elementen. Hierbij wordt beoogd voldoende informatie te verzamelen voor de creatie van toekomstige verdienmodellen voor CO2-opslag in gebouwen op basis van carbon credits (eigenaren van een gebouw dat CO2 opslaat, worden gecompenseerd via een lokaal carbon credits platform).
- Versnellen van een duidelijke CO2-standaard in de bouwsector en een rechtlijnige berekeningsmethodiek, via het introduceren van lokale en natuurlijke bouwmaterialen en -elementen en hun specifieke CO2-impact (uitstoot én opslag) in bestaande rekentools zoals TOTEM (VL) en MPG (NL).
- Kennisverspreiding onder bouwprofessionals en nieuwe instromers uit bouwtechnische opleidingen, zodat zij meer en betere informatie en knowhow vergaren over de meerwaarde en toepassing van lokale en natuurlijke materialen.
- De projectresultaten toegankelijk maken en het grote publiek informeren over de voordelen van lokaal en natuurlijk bouwen.
- Grensoverschrijdende samenwerking: met CASCO zullen we relevant onderzoekswerk uit andere projecten promoten, integreren en gebruiken als basis voor onderzoek binnen dit project. In de meeste van projecten zijn een aantal van de huidige partners betrokken.
Partners
CASCO wordt gedragen door de volgende partners:
Pixii, Universiteit Gent, Avans Hogeschool, VIBE, Inagro, LabLand, Woonder, KiemKracht, Pitterz, Seedscope, FRAAi architecten en murmuur architecten.
Pixii, Universiteit Gent, Avans Hogeschool, VIBE en Inagro zetten hun expertise als kennisinstellingen binnen dit project in voor:
- Analyse van CO2, milieu-impact en materiaalprestaties op basis van data verzameld over de loop van het project, in functie van hun correcte toepassing in bestaande rekentools.
- Het uitwerken en organiseren van opleidingen voor professionele bouwactoren (Pixii, Inagro, Avans) en het verder verfijnen van het onderwijs voor de nieuwe lichting professionals (UGent en Avans).
- Het verspreiden van de projectresultaten binnen de eigen netwerken (bouwprofessionals, lesgevers, producenten, projectontwikkelaars, lokale besturen en andere kennisinstellingen) via bv. studiedagen en lezingen, maar ook door verder onderzoek te genereren.
LabLand, Woonder, Inagro, Avans Hogeschool, VIBE en Pixii worden in het kader van dit project beschouwd als competentiecentra en zullen in die hoedanigheid de voornaamste partners zijn in het luik adviseren en professionaliseren van de bedrijfsvoering.
Woonder, KiemKracht, Pitterz en Seedscope Insight kunnen gezien worden als ondernemingen die in de toeleveringsketen actief zijn. FRAAi architecten en murmuur architecten hebben als ontwerpers beiden expertise in toepassing van natuurlijke grondstoffen en bouwmaterialen in concrete bouwprojecten.
Gerelateerd nieuws
Blijf je graag op de hoogte?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!