Het Wennink-rapport: Randvoorwaarden voor innovatie in Offshore Hernieuwbare Energie
De tijd voor innovatie dringt. Het Rapport Wennink – De Route naar Toekomstige Welvaart– biedt geen directe roadmap voor offshore hernieuwbare energie, maar schetst wel de kritieke randvoorwaarden die bepalen of Nederland deze sectoren kan helpen opschalen; in dit artikel geeft Peter Scheijgrond (Bluespring en voorzitter EWA) zijn eigen duiding van het rapport specifiek voor offshore hernieuwbare energie.
Offshore For Sure (O4S) | 12/12/2025
Downloads
Nederland staat op een keerpunt. Zonder structurele economische groei van minimaal 1,5% tot 2% jaarlijks kunnen we onze publieke voorzieningen – van zorg tot defensie – niet blijven financieren. Die groei kan alleen uit arbeidsproductiviteit komen, wat investeringen in nieuwe technologieën vergt. Exact hier ligt de betekenis van het Wennink-rapport voor de offshore energie-industrie.
Vier domeinen, vier kansen
Het rapport identificeert vier prioritaire technologiedomeinen voor Nederlands investeringen:
-
Digitalisering & AI
-
Veiligheid & Weerbaarheid
-
Energie- & Klimaattechnologie
-
Life Sciences & Biotechnologie
Voor offshore hernieuwbare energie – en innovatie in maritieme toepassingen – zijn twee daarvan direct relevant: energie- en klimaattechnologie, en veiligheid. Maar digitalisering speelt eveneens een groeiende rol in slimme netwerk- en platformtechnologieën.
Het Europese afhankelijkheidsprobleem
Europa verliest terrein in kritieke technologieën aan China en de VS. Dit gat groeit snel: Amerikaanse bedrijven investeren inmiddels zes keer meer in R&D dan Europese tegenhangers. Voor energie-innovatie betekent dit dat Europa – en Nederland – risico loopt afhankelijk te worden van buitenlandse partijen voor essentiële technologieën.
Dit is niet abstract. Volgens het rapport: "Wie technologisch niet meetelt, zit niet aan tafel – en wie niet aan tafel zit, staat op het menu."
De Nederlandse paradox
Nederland excelleert in wetenschappelijke output en patenten, maar slaagt er veel te beperkt in kennis om te zetten in commercieel bruikbare en schaalbare oplossingen. Van universiteit naar markt is een breuk. Spin-offs uit Nederlandse universiteiten zijn schaars, en slechts 21,5% van Nederlandse startups groeit door naar scale-ups – ruim onder het Duitse (40,6%) en Amerikaanse (54,1%) percentage.
Dit raakt ook innovatie in offshore energie: goede ideeën blijven steken in onderzoekslaboratoria, terwij concurrenten deze kennis vercommercialiseren.
Vier randvoorwaarden: het echte obstakel
Het Wennink-rapport identificeert vier kritieke randvoorwaarden die investeringen mogelijk of onmogelijk maken:
1. Vergunningverlening & regelgeving
Het huidige vergunningstelsel is traag, complex en risicoavers. Voor offshore energie-innovatie betekent dit: toelatingsprocessen voor nieuwe technologieën, zoals innovatieve funderingssystemen, drijvende platformen, of tidal stream devices, sleuren zich voort over jaren - daar weten we alles van in het Offshore For Sure project. Het rapport pleit voor:
-
Sneller vergunningsproces – vastgesteld in duidelijke termijnen
-
Regulatory sandboxes – locaties waar nieuwe technologieën sneller kunnen worden getest en opgeschaald
-
Nationale regie op strategische projecten, met doorbreking van impasses
2. Toegang to betaalbare en betrouwbare energie
Een cruciaal maar paradoxaal probleem: terwijl het gaat om energie-innovatie, belemmert energieschaarste investeringen. Het rapport wijst op:
-
Netcongestie: 14.044 bedrijven en organisaties wachten op elektriciteitsaansluiting
-
Hoge energieprijzen: Nederlandse stroomkosten liggen significant hoger dan in België en Duitsland
-
Voor innovatieve bedrijven in energietechnologie: noodzaak van competitieve energieprijzen en toegang tot het elektriciteitsnet
Dit raakt offshore innovatie rechtstreeks. Test- en demonstratiefaciliteiten voor tidal, wave, of geavanceerde windenergie-technologieën vereisen betrouwbare energietoevoer.
3. Talent & geschoolde arbeidskracht
Nederlandse technisch onderwijs daalt in kwaliteit; tech-talent wordt schaarser. Voor offshore energie:
-
Gebrek aan specialisten in maritieme technologie
-
Onvoldoende interdisciplinaire scholing (elektrotechniek, civiele techniek, software)
-
Beperkte omscholingsprogramma's voor werknemers in transitiesectoren
Het rapport bepleit een Nationale Talentagenda met focus op technische vaardigheden.
4. Economische infrastructuur
Strongholds van innovatie – zoals Brainport Eindhoven en biologische clusters – moeten versterkt worden. Voor offshore energie betekent dit:
-
Versterking van maritieme testlocaties en offshore demonstratie-hubs (denk aan Egmond aan Zee voor windenergie)
-
Investering in onderzoeks- en testinfrastructuur met internationale slagkracht
Huisvesting, energieinfrastructuur, digitale netwerken en kennisdelingsfaciliteiten
Aansluiting bij Offshore For Sure en beleidsaanbevelingen
De hierboven geschetste aanbevelingen sluiten nauw aan bij de bevindingen uit het Offshore For Sure-project over beleids- en regelgevingsharmonisatie voor de sector energie uit water. Deze zijn uitgewerkt door de Zeeuwse Milieu Federatie (ZMf), met input van alle projectpartners, in een activiteit die wordt geleid door de Belgische partners Ecopower en Parkwind samen met Bluespring. De behoefte aan snellere en voorspelbare vergunningprocedures, ruimte voor experimenten via proeftuinen en sandbox-achtige benaderingen, en een meer samenhangende beleidslijn tussen overheden wordt in het O4S-project nadrukkelijk bevestigd en onderbouwd vanuit concrete praktijkervaringen in onze sector.
De Investeringsopgave: €151-187 miljard
Nederland moet komende tien jaar €151-187 miljard extra investeren om productiviteitsgroei te realiseren – grotendeels privaat gefinancierd. Dit gat tussen beschikbare en benodigde middelen kan alleen gesloten worden als randvoorwaarden op orde komen.
Voor offshore innovatie: zolang vergunningen jaren duren, netcapaciteit ontbreekt en energieprijzen concurrerend nadelig zijn, blijven grote investeringen uit. Bedrijven kiezen elders.
Aanbevelingen voor de Offshore Sector
Het Wennink-rapport biedt heldere aanknopingspunten:
1. Nationale Investeringsbank
Oprichting van een instelling die publiek-private cofinanciering van strategische infrastructuur- en technologieprojecten faciliteert – inclusief offshore testfaciliteiten en energienetwerken.
2. Nationaal Agentschap voor Baanbrekende Innovatie (NABI)
Een geautonomiseerde organisatie met meerjarig budget (€1,5-2 miljard) voor baanbrekende innovatie. Dit agentschap zou expliciete mandaten kunnen krijgen voor:
- Demonstratieprojecten van energiewinning uit water
- Commercialisering van universiteitsonderzoek naar maritieme technologie
- Financiering van spin-offs en schaalvergroting
3. Regulatory Sandboxes voor Offshore
Snelle toetsing en proefoperatie van innovatieve offshore-technieken, met duidelijke trajecten naar commerciële toepassing.
4. Garantie op netaansluiting & energiebeschikbaarheid
Voor testfaciliteiten en demonstratieprojecten: prioriteitsallocatie op het elektriciteitsnet en korting op energiekosten.
5. Offshore Innovatie-Ecosysteem
Versterking van maritieme technologie-hubs met focus op:
- Testfaciliteiten voor golfslagen, getijden, en offshore windtechnologie
- Gedeelde laboratorium- en ontwikkelingsfaciliteiten
- Training van maritiem technisch talent
De strategische boodschap
Het Wennink-rapport laat zien dat innovatie niet alleen van goede ideeën afhangt – Nederland heeft die al. Het hangt af van systeemische randvoorwaarden: snelle regelgeving, betaalbare energie, geschoold talent, en moderne infrastructuur.
Voor offshore hernieuwbare energie – essentieel onderdeel van de energietransitie en potentieel economische groeibron – geldt dit dubbel. De sector mag niet langer getroffen worden door dezelfde systemische knelpunten die innovatie overal in Nederland belemmeren.
De tijd om dit aan te pakken dringt. Elk jaar vertraging betekent dat concurrenten – Denemarken, Zuid-Korea, China – hun voorsprong vergroten in technologieën die voor de toekomst van duurzame energie cruciaal zijn.
Nederland kan dit tij keren – maar alleen met politieke moed om randvoorwaarden daadwerkelijk om te gooien. Voor de offshore sector is het moment nu.
Dit artikel is gebaseerd op het Rapport Wennink (2025), 'De Route naar Toekomstige Welvaart'. Voor offshore hernieuwbare energie zijn vooral de paragrafen over energie- en klimaattechnologie, randvoorwaarden voor investeringen, en de aanbevelingen voor institutionele structuur relevant.
Gerelateerd nieuws
Blijf je graag op de hoogte?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!