Nieuws

Onderzoek naar het vervroegen en verlaten van de teelt met hangend aardbeienstek

Een update door Van der Avoird Trayplant over het onderzoek naar het vervroegen en verlaten van de teelt met hangend aardbeienstek om dichterbij jaarrond beschikbaarheid van stekmateriaal te komen.

PlantGoed | 18/02/2025

In dit project willen we, door het ontwikkelen en inzetten van diverse innovaties bij de opkweek van plantgoed, jaarrond plantgoed- en zachtfruitproductie in het grensregiogebied realiseren. Eén van de uitdagingen is het verkrijgen van jaarrond hangend aardbeienstek. In dit artikel zal een update worden gegeven over de experimenten met als doel het vervroegen van de hangend stekproductie van aardbeienplanten.

Er zijn diverse experimenten met de moederplanten uitgevoerd om de teelt te vervroegen.

Diverse stekdatums van moederplanten:

6 augustus
20 augustus
3 september

Diverse plantmomenten van moederplanten:

3 december
23 december
10 januari

Diverse inpakmomenten:

22 oktober
11 november
3 december

Diverse type moederplanten uitgeplant

Gekoelde planten
Planten rechtstreeks van het veld
Verse planten (opkweek 135 cc tray)
Direct gestekt in substraat (4,7 liter pot)

Komende maanden worden het aantal ranken, stekken en groeipunten geteld van de verschillende objecten. Hiermee wordt de impact van stekdatum, plantdatum, inpakdatum en planttype bepaald op het aantal stekken per moederplant.

Traditioneel worden er gekoelde moederplanten gebruikt voor de productie van hangend stek. Onderzocht wordt of gebruik van een ander planttype een meerwaarde kan bieden om de teelt van hangend stek te vervroegen. Ook de stekdatum heeft impact op het potentiële aantal ranken die de plant kan geven vanaf aanvang van de teelt.

Gangbaar is dat moederplanten vanaf eind november / begin december worden ingepakt. Om de teelt met gekoelde moederplanten te vervroegen is eerder inpakken een must om alle planten vervolgens na 6 weken koeling (1.000 koude uren) uit te planten. Deze koelperiode is van belang voor een goede strekking en weggroei op het gewas en voorkomt kwaliteitsproblemen. Bij het vroeger inpakken van moederplanten is het belangrijk dat de planten voldoende zijn afgehard en ontvankelijk zijn voor koude. Daarom is er onderscheid gemaakt tussen de opkweeklocatie van de moederplanten. (Binnen in de kas opgekweekt of buiten op het trayveld.) Ook wordt gekeken naar moederplanten die rechtstreeks van het trayveld buiten zijn uitgeplant.

Verse moederplanten zouden in potentie snel de eerste ranken moeten geven. Verse moederplanten van aardbeienrassen Favori en Aurora Karima worden uitgeplant. Een vers gestekte trayplant van 4 weken oud wordt direct van een 16-gaats tray over geplant in een 4,7 liter pot. Om bij aanvang al snel over te planten kan dit een extra vegetatieve impuls geven. Vaak is in de groei de tray de belemmerende factor, door deze niet te laten ervaren proberen we de verse plant makkelijker over te laten gaan tot rankvorming. Ook worden stekken rechtstreeks in de uiteindelijke pot (4,7 liter) gestoken.

Binnen dit project ligt de focus op doordragende moederplanten. Doordragers gaan afhankelijk van daglengte, temperatuur en lichtintensiteit meer of minder bloemen en/of ranken produceren.

De verschillende moederplanten staan in een verwarmde kas waarbij de etmaal temperatuur varieert tussen de 15 en 16° C. Deze zal richting het voorjaar oplopen naar 17 /18 graden. De planten worden belicht met 100 – 120 µmol/m²/s. De daglengte is ingesteld op 10 uur per dag. Korte dag in combinatie met voldoende temperatuur zou vegetatieve groei in de hand moeten helpen.

Alle moederplanten zijn uitgeplant op 10 januari en worden komende maanden opgevolgd.