Terug naar overzicht
Nieuws

Dommeldal: landschapsecologisch onderzoek belangrijk voor veenherstel

In het Dommeldal in de beekdalen van de Nederlandse Dommel en de Kleine dommel, midden in het sterk verstedelijkte gebied van Eindhoven en Helmond, begon men 20 jaar geleden met het verbeteren van de hydrologie en aangepast maaibeheer met een groot drijvend trilveencomplex tot gevolg. 

Bosgroep Zuid Nederland streeft hier nu in het Interreg ADMIRE project naar verdere herstelmaatregelen onderbouwd door onderzoek uitgevoerd door de Stichting Bargerveen.

ADMIRE | 31/10/2024

53845611559 a749163a29 k

Herstelpotenties in het Dommeldal

Het projectgebied Dommeldal ligt in de beekdalen van de Dommel en de Kleine dommel midden in het sterk verstedelijkte gebied van Eindhoven en Helmond. Het totale gebied is een kleine 600 ha groot en bestaat uit een snoer van kleinere gebieden: Van zuid naar noord zijn dit achtereenvolgens: de Kleine beekloop, Gijzenrooise zeggen, Urkhovense zeggen, Collse zeggen, de Bochten, Vaartbroek, Boktse Beemden, Rietmusschen en de Dommelbeemden. (zie figuur 1) In deze gebieden zijn verschillende terreinbeheerders actief waaronder Staatsbosbosbeheer, Brabants Landschap, Gemeente Eindhoven en drinkwaterproductiebedrijf Brabant Water. De bosgroep Zuid Nederland coördineert van Admire en stemt de uitvoering van maatregelen en onderzoeken af met de terreineigenaren.

De veengebieden waar het project plaatsvindt zijn komvormige laagten in het beekdal waar in het verleden als gevolg van de kalkrijke kwel, in combinatie met een gestremde afwatering venen konden ontstaan resulterend in veenpakketten van soms meer dan 5 meter dik. Deze gebieden waren 100 jaar geleden nog vermaard om hun enorme soortenrijkdom. Vanuit het hele land excursies georganiseerd voor botanici om hier de herfst- en zomerschroeforchis, parnassia en vetblad te bewonderen.

Veel van de venen zijn door drainage en ontginning van de beekdalen uit het gebied verdwenen. Grote delen waren tot voor kort of zijn nog steeds in landbouwkundig gebruik en daardoor sterk ontwaterd en vermest. Maar er is ook veel behouden gebleven in het Dommeldal, mede door aanwezigheid van watermolens die het water in de beken hoog opstuwen waardoor mogelijkheden voor intensieve landbouw beperkt bleven. Toch zijn ook deze venen vaak door ontwatering verdroogd en veraard.

Met Interreg Admire willen we ervoor zorgen dat de kwel en natte veenvormende omstandigheden weer hersteld worden. En samen met de verschillende beheerders in het gebied zoeken we welke beheeropties het beste passen bij een soortenrijk veengebied..


Figuur 1: Ligging van de deelgebieden in het projectgebied Dommeldal. Opvallend is de sterk verstedelijkte omgeving. Desondanks blijkt veenherstel hier goed mogelijk maar vraagt ook goed onderzoek de juiste vernattingsmaatregelen te nemen zonder dat de omgeving daar teveel last van heeft

Kaart Dommeldal

Urkhovense Zeggen

Centraal in het projectgebied liggen de Urkhovense Zeggen dat als voorbeeld dient voor de kansrijkdom voor herstel van beekdalvenen. Hier is 20 jaar geleden begonnen is met verbeteren van de hydrologie en aangepast maaibeheer. Dit heeft geleid tot herstel van een groot drijvend trilveencomplex en bewijst dat veenvormende processen in het Dommeldal tot de mogelijkheden behoren.

Centraal in het projectgebied liggen de Urkhovense Zeggen dat als voorbeeld dient voor de kansrijkdom voor herstel van beekdalvenen. Hier is 20 jaar geleden begonnen is met verbeteren van de hydrologie en aangepast maaibeheer. Dit heeft geleid tot herstel van een groot drijvend trilveencomplex en bewijst dat veenvormende processen in het Dommeldal tot de mogelijkheden behoren. (Zie figuur 2)

Op het trilveen ontwikkelt zich geleidelijk een kleinezeggemoeras met tapijten van sparrig veenmos en zwartsteelsterrenmos en karakteristieke soorten als pijptorkruid, moeraskartelblad en wateraardbei. Ook soorten als porseleinhoen en watersnip komen er weer tot broeden. De beekdalflanken van de zeggen behoren tot de best ontwikkelde blauwgraslanden van Nederland en hier is dankzij de ingrepen de verdroging en verzuring sterk verminderd en hebben we soorten als vlozegge en welriekende nachtorchis kunnen behouden.

Deze natuurwaarden worden echter sterk bedreigd door verdroging en het areaal goed ontwikkelde habitat te gering is voor duurzaam behoud van populaties van bedreigde soorten.

Figuur 2: Op veel plekken in de Urkhovense Zeggen komt kwelwater weer jaarrond tot in maaiveld wat een belangrijke voorwaarde is voor veenvorming

BGZN afb2 small

Landschapsecologische systeemanalyse (LESA) als basis voor herstelmaatregelen

Hydrologisch herstel en verhogen van de kweldruk om veenvormende processen op gang te brengen vormt het voornaamste uitgangspunt van het project. Herstel van deze kwelgevoede vegetaties werkt verder door op de gradiënt waardoor ook soortenrijke overgangen (blauwgraslanden) worden versterkt.

Om de juiste maatregelen te kunnen uitvoeren is een goed inzicht in het hydrologisch functioneren onontbeerlijk. De onderzoeken die dit inzicht moeten verschaffen worden uitgevoerd door Stichting Bargerveen. Dergelijke onderzoeken worden LESA’s genoemd (landschapsecologische systeemanalyse). Voor elk deelgebied in het Dommeldal wordt zo’n LESA gemaakt. Hierbij wordt nauwkeurig de bodemopbouw in kaart door middel van bodemboringen in raaien dwars op het beekdal (zie figuur 3 & 4). Analyse van waterkwaliteit en stijghoogtes van het grondwater moeten de grondwaterstromen en herkomst van het grondwater in beeld brengen. Tenslotte geven vegetatiepatronen meer ruimtelijk inzicht waar grondwater uittreedt (kwelgebieden) en waar verdroging en/of eutrofiering speelt. Gezamenlijk maakt deze informatie duidelijk waar de knelpunten zitten en waar de beste mogelijkheden liggen om gebieden te herstellen.


Figuur 3 (zie hieronder): Bodemboringen worden in veengebieden met een guts gedaan zodat de veenopbouw goed te zien is


Figuur 4 (zie verder hieronder): Voorbeeld van een dwarsdoorsnede van het Dommeldal uit de LESA. Met een raai van bodemboringen wordt de bodemopbouw in beeld gebracht. Het veengebied bestaat uit een 1 meter dikke kragge drijvend op een 0,5 meter dikke waterlaag.

BGZN afb5
Kaartje

Richting herstel grondwaterstromen in het veen

In het Dommeldal is inmiddels duidelijk dat kwel uit diepere watervoerende pakketten nog steeds voldoende aanwezig is, maar veelal door sloten wordt afgevoerd. Ook in de Urkhovense Zeggen waar veel sloten gedempt of afgedamd zijn speelt dit nog. Niet alleen diepe watergangen zijn belangrijk om de hydrologie te herstellen maar ook alle kleinere sloten en greppels blijken veenvorming te frustreren.

Een heel nieuw inzicht wat door de LESA’s naar voren gekomen is, zijn de vele barrières in het veen die grondwaterstromen belemmeren. Een goed functionerend beekdalveen wordt gekenmerkt door grondwaterstroming door het veen, parallel aan de beek. In het verleden zijn dammen in het veen aangelegd om het veengebied toegankelijk te maken (zie figuur 5). Deze dammen fungeren nu als een barrière waartegen grondwater stagneert.

Figuur 5 : Na maaien van het veenmoeras worden de oude toegangswegen zichtbaar die nu een barriere zijn voor een goede doorstroming

BGZN afb1

Maatregelen in de steigers

Met deze informatie kunnen we nu de maatregelen gaan voorbereiden. Komende maanden staan in het teken van het in beeld brengen van alle waterlopen die gedempt kunnen worden en hoe we de barrière werking van dammen e.d. kunnen opheffen. Geheel verwijderen zou vanuit natuuroogpunt het meest ideaal zijn maar de dammen vertegenwoordigen ook cultuurhistorische waarden. Hier zal een compromis in gevonden moeten worden bijvoorbeeld door de dammen te behouden en met duikers of voordes doorstroomopeningen te creëren. Wanneer de (gewenste) maatregelen helder zijn, zijn we er nog niet. In de dichtbevolkte regio van Eindhoven is een zorgvuldige afstemming met de omgeving noodzakelijk.

Dit betekent dat er nog veel werk verricht moet worden om vergunningen rond te krijgen. Met grondwatermodellen moet ook inzichtelijk gemaakt worden of er geen ongewenste vernatting buiten de reservaatgebieden optreedt. moet zoveel mogelijk voorkomen worden.

We verwachten dan ook dat de daadwerkelijke uitvoering misschien in het najaar van 2025 kunnen beginnen, maar pas in 2026 echt tot uitvoering komt. Ondertussen werken komend jaar wel aan optimalisering van het beheer en kleinschalige inrichtingsmaatregelen die geen grote uitstraling effecten hebben.

Toelichting op de partnerbijeenkomst van Interreg ADMIRE rond het beekdalsysteem door Rob van der Burg van de Bosgroep Zuid Nederland

53844363697 dcca113590 k

Deel deze pagina

Gerelateerd nieuws

Blijf je graag op de hoogte?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!