Natuur en landbouw op de tandem richting waterzekerheid
Hoe kunnen we synergie creëren tussen landbouw en natuur om onze waterzekerheid te verhogen? Welke (water)winsten zijn er te boeken voor beide sectoren? En kan het inzichtelijk maken van die winsten een opstap zijn richting samenwerking? Kunnen we dat alles in kaart brengen op een snelle, laagdrempelige en betaalbare manier? We gaan met die vragen aan de slag via een quickscan in twee demonstratieregio’s in Vlaanderen: Moerbeke-Polder en de Generale Vrije Polders.
Aquatuur | 21/11/2024
Drie jaar geleden inspireerden onze Noorderburen ons met hun quickscan-methodiek, want Provincie Zeeland heeft al enkele jaren ervaring met die aanpak en met succes. Maar kan die aanpak ook werken in Vlaanderen? Het korte antwoord luidt: jazeker. Het volledige antwoord met oog voor nuances, uitdagingen en concrete stappen volgt hieronder. Provincie Zeeland en VITO-Vlakwa sloegen namelijk de handen in elkaar binnen het Interreg Vlaanderen-Nederland project Aquatuur om een helder antwoord te schetsen.
Wat is dat eigenlijk, een quickscan?
Een quickscan brengt in kaart hoe we natuurgebieden (met focus op oppervlaktewatersystemen) kunnen inzetten (i) om meer water vast te houden in functie van natuur en (ii) na te gaan hoe landbouw gebruik kan maken van een mogelijk wateroverschot. Concrete vragen luiden als volgt: welke waterwinst kan een peilverhoging opleveren voor landbouw en natuur? En wat betekent zo’n peilverhoging voor de waterveiligheid van het gebied? Ook de kwaliteit is belangrijk, want de waterkwaliteit van vraag- en aanbodzijde moeten matchen.
"In een quickscan wordt een waterbalans opgesteld op basis van zogenaamde in- en uitgaande termen: welk en hoeveel water komt er binnen in het systeem en wat gaat er buiten? Zo’n quickscan is een laagdrempelige, betaalbare manier om de potentiële waterzekerheid te duiden die een natuurgebied kan leveren. Om een kwalitatieve en makkelijk te begrijpen output te verzekeren, is het heel belangrijk dat zo’n quickscan in cocreatie gebeurt."
De quickscan richt zich op gebieden waar we een potentiële verbinding tussen landbouw en natuur kunnen creëren en waar mogelijks nood is aan het vereenvoudigen van complexe relaties. Het is een gespreksstarter, een lucifer, een manier om het ((geo-)hydrologische) potentieel van een beoogd gebied eenvoudig te duiden. Het is een instrument om samenwerking tussen landbouw en natuur te initiëren en te faciliteren.
De eerste stap bestaat uit een gezamenlijke gebiedsbepaling, gevolgd door een inventarisatie van de beschikbare gegevens uit het gebied zoals peilafspraken, aanwezige habitats, hydraulische infrastructuur, meteorologische gegevens, en waterkwaliteitsinfo. Vervolgens worden die gegevens gebruikt om een waterbalansmodel op te stellen dat ons inzicht geeft in vraag en aanbod vanuit landbouw én natuur.
Ook dit brengt de quickscan in kaart:
- De teeltsoorten die de laatste tien jaar voorkwamen in de buurt van het oppervlaktewatersysteem en hun watervraag (= vraagzijde landbouwirrigatie).
- De zogenaamde ingaande (bv. neerslag & instroom) en uitgaande termen (bv. evaporatie) en hoe die evolueren in functie van de klimaatscenario’s 2050Hd en 2100Hd. Hd is hierbij een situatie waarbij een hoge uitstoot doorzet die zorgt voor een ‘droog’ scenario waarin de winters licht vernatten en de zomers sterk verdrogen. Elke variabele wordt uitgezet ten aanzien van een droog (20% droogste jaren), gemiddeld (60% tussenliggende jaren) en nat jaar (20% natste jaren).
Welke resultaten levert zo’n quickscan op?
Alle resultaten uit de quickscan (kunnen) worden weergegeven op basis van (i) de huidige toestand, (ii) de ontworpen toestand en (iii) de verschillende peilniveaus. Op die manier kunnen we de winst kwantificeren voor landbouw en natuur op basis van verschillende mogelijke ingrepen.
Waterbeschikbaarheid
1. Aantal droogtedagen: dagen waarop het minimale peil voor natuur bereikt wordt, en waarop landbouw niet meer kan capteren uit het oppervlaktewatersysteem.
2. Bruikbaar volume: volume oppervlaktewater dat kan gecapteerd worden (hier uitgezet in functie van de tijd).
3. Potentiële bergingscapaciteit: totaal volume water aanwezig in het oppervlaktewatersysteem
4. Nuttig potentieel bergingsvolume: volume dat kan worden onttrokken uit het oppervlaktewatersysteem tot op het laagst afgesproken peil.
5. Irrigatievraag op perceelniveau (o.b.v. neerslag, type gewas en bodemtype - berekend via beregeningstool)
Waterveiligheid
Leeglooptijd: tijd die nodig is om het oppervlaktewaterpeil te laten zaken tot op het gewenste niveau.
Waterkwaliteit
Chemische kwaliteitsnormen voor irrigatiewater om gewasschade te vermijden, worden getoetst aan gemeten concentraties.
Bovenstaande resultaten komen voort uit de quickscan van de demonstratieregio in de Moerbeke-Polder, uitgevoerd door IMDC en de Bodemkundige Dienst van België.
De quickscan in de toekomst
In de Moerbeke-Polder hebben we een eerste quickscan afgerond waaruit waardevolle lessen getrokken zijn en waarbij we enkele tekortkomingen detecteerden. Zo willen we in de toekomst enkele indicatoren toevoegen die de waarden en de winsten voor natuur beter kunnen representeren. Voor landbouw gaven de stakeholders aan dat de huidige indicatoren in de quickscanmethodiek volstaan.
Een peilverhoging beïnvloedt uiteraard het grondwatersysteem, een belangrijk element voor landbouw en natuur. Binnen het tweede (nog te onderzoeken) gebied van de Generale Vrije Polders bekijken we waar de synergie zit met een bestaande GGOR-studie (gewenst grondwater- en oppervlaktewaterregime). Nadat de resultaten van dat tweede gebied gekend zijn, zullen we de methodologie finetunen, de leerlessen in de lage landen verspreiden en acties nemen om de uitrol van deze methodologie te bevorderen.
Heb je zelf al interesse in het toepassen van een quickscan, geef dan gerust een seintje.
En wat met de resultaten? Wat na de quickscan?
Het hydrologische potentieel van een projectgebied in kaart brengen, is een stap richting meer waterzekerheid in dat projectgebied. De resultaten zijn echter nutteloos als ze niet gedragen of begrepen worden door een lokale coalitie en als de niet-technische barrières niet gekend zijn. Denk bijvoorbeeld aan denkpatronen, institutionele regels, benodigde kennis of gebrek aan verbondenheid tussen stakeholders.
Wanneer we innovatie willen implementeren, struikelen we namelijk minder over de technologische aspecten, dan over de niet-technologische kant van het verhaal.
Tot slot: welke (te valoriseren) waarden leveren de gemaakte winsten nu eigenlijk op voor landbouw en natuur? En hoe kunnen we die winsten valoriseren in een gezamenlijk opgesteld waardemodel?
Om die vragen te beantwoorden, zal HZ University of Applied Sciences op basis van de case Moerbeke-Polder een stappenplan opstellen, waarmee jullie aan de slag kunnen. Binnenkort lees je in deze nieuwsbrief een update over (i) de resultaten van de quickscan in de verschillende demonstratieregio’s en (ii) het stappenplan om niet-technische barrières te overwinnen.
Gerelateerd nieuws
Blijf je graag op de hoogte?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief!